Penitentiaire beginselenwet (PBW)


Artikel 37 1 Artikel 36, derde en vierde lid, is niet van toepassing op brieven, door de gedetineerde gericht aan of afkomstig van:
a. leden van het Koninklijk Huis;
b. de Eerste of Tweede Kamer der Staten-Generaal, leden daarvan, de Nederlandse leden van het Europese Parlement of een commissie uit een van beide parlementen;
c. Onze Minister;
d. justitiële autoriteiten;
e. de Nationale ombudsman;
f. de inspecteurs van de Inspectie gezondheidszorg en jeugd;
g. de Raad, een commissie daaruit of leden of buitengewone leden daarvan;
h. de commissie van toezicht of een beklagcommissie, of leden daarvan;
i. organen, of leden daarvan, die krachtens een wettelijk voorschrift of een in Nederland geldend verdrag:
1°. bevoegd zijn tot kennisneming van klachten of behandeling van met een klacht aangevangen zaken; dan wel
2°. zijn belast met het houden van toezicht op de behandeling van personen aan wie hun vrijheid is ontnomen;
j. diens rechtsbijstandverlener;
k. diens reclasseringswerker;
l. andere door Onze Minister of de directeur aan te wijzen personen of instanties.
2 Onze Minister kan nadere regels stellen omtrent de wijze van verzending van brieven aan en door de in het eerste lid genoemde personen en instanties.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-01-2021 wijziging Stb 2019 141 (pdf) 33844 MvT (web) MvT (pdf)
01-08-2018 wijziging Stb 2018 94 (pdf) 34797 MvT (web) MvT (pdf)
01-07-2015 wijziging Stb 2015 140 (pdf) 33970 MvT (web) MvT (pdf)
01-03-2002 wijziging Stb 2001 532 (pdf) 26983 MvT (web) MvT (pdf)
01-04-2001 wijziging Stb 2001 20 (pdf) 26871 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-1999 nieuwe-regeling Stb 1998 430 (pdf) 24263 MvT (web) MvT (pdf)