Penitentiaire beginselenwet (PBW)
Artikel 16 1 De directeur bepaalt de wijze van onderbrenging van de gedetineerden die overeenkomstig artikel 15 zijn geplaatst in de inrichting of afdeling met het beheer waarvan hij is belast.
2 De directeur wijst iedere gedetineerde een verblijfsruimte toe.
3 De directeur kan onderdelen van de inrichting of afdeling aanwijzen voor de onderbrenging van gedetineerden die een bijzondere opvang in de zin van artikel 14 behoeven.
4 De directeur bepaalt de criteria waaraan de gedetineerde moet voldoen om voor onderbrenging als bedoeld in het derde lid in aanmerking te komen.
5 Onze Minister stelt regels omtrent de eisen waaraan een verblijfsruimte als bedoeld in het tweede lid moet voldoen.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
01-07-2021 | wijziging | Stb 2020 224 (pdf) | 35122 | MvT (web) MvT (pdf) |
01-01-1999 | nieuwe-regeling | Stb 1998 430 (pdf) | 24263 | MvT (web) MvT (pdf) |