Participatiewet (Pw)


Hoofdstuk 7

Financiering, toezicht en informatie

§ 7.1

Financiering

Artikel 69

Uitkering en verdeling onder de gemeenten

1 Onze Minister verstrekt jaarlijks ten laste van ’s Rijks kas aan het college een uitkering om het college van middelen te voorzien met het oog op:
a. het toekennen van algemene bijstand en van uitkeringen als bedoeld in de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en voor de daarbij verschuldigde loonbelasting, premies volksverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage, bedoeld in artikel 42 van de Zorgverzekeringswet;
b. de kosten van de loonkostensubsidies, die op grond van artikel 10d, worden verstrekt.
2 Bij wet wordt het totale bedrag dat beschikbaar is voor de uitkering, bedoeld in het eerste lid, vastgesteld, waarbij uitgangspunt is dat dit bedrag voor het desbetreffende kalenderjaar toereikend is voor de geraamde kosten van alle gemeenten in verband met uitgaven als bedoeld in het eerste lid.
3 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld voor de verdeling van de uitkering, bedoeld in het eerste lid, onder de gemeenten en het verzamelen van gegevens noodzakelijk voor het vaststellen van deze verdeling.
4 De uitkering aan het college wordt ten minste drie maanden voorafgaand aan het kalenderjaar waarop zij betrekking heeft door Onze Minister bekend gemaakt.

Artikel 70

Terugvordering werkdeel

Vervallen

Artikel 71

Aanpassing uitkering

1 Het totale bedrag, bedoeld in artikel 69, tweede lid, voor de uitkering, bedoeld in artikel 69, eerste lid, wordt in het jaar waarop het bedrag betrekking heeft bij of krachtens de wet aangepast op basis van nieuwe ramingsgegevens.
2 Indien het totale bedrag wordt herzien, wordt het bedrag waarmee de uitkering, bedoeld in artikel 69, eerste lid, wordt aangepast binnen een periode van vier weken na de herziening door Onze Minister vastgesteld.

Artikel 72

Tegemoetkoming pensioenfonds sociale werkvoorziening

Bij ministeriële regeling wordt een bedrag bepaald dat jaarlijks als rijksbijdrage wordt gestort in het pensioenfonds, bedoeld in artikel 1 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, voor werknemers met een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2 van de Wet sociale werkvoorziening.

Artikel 73

Toetsingscommissie vangnet Participatiewet

1 Er is een toetsingscommissie vangnet Participatiewet, die tot taak heeft Onze Minister te adviseren over een te nemen besluit naar aanleiding van een verzoek als bedoeld in artikel 74, eerste lid.
2 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de samenstelling, de taakuitoefening en oordeelsvorming door de toetsingscommissie vangnet Participatiewet.

Artikel 74

Vangnetuitkering

1 Indien de verstrekte uitkering op grond van artikel 69 onvoldoende dekking biedt voor de netto lasten van het toekennen van algemene bijstand, loonkostensubsidies of uitkeringen als bedoeld in artikel 69, eerste lid, kan door Onze Minister op verzoek van het college een vangnetuitkering worden verleend.
2 Jaarlijks wordt bij wet het bedrag dat besteed kan worden aan vangnetuitkeringen als bedoeld in het eerste lid vastgesteld, dat geen deel uitmaakt van het bedrag, bedoeld in artikel 69, tweede lid.
3 Een verzoek als bedoeld in het eerste lid wordt door het college ingediend bij de toetsingscommissie vangnet Participatiewet.
4 Onze Minister kan voorwaarden verbinden aan het besluit tot verlening van een vangnetuitkering.
5 Onze Minister kan een vangnetuitkering verminderen, intrekken of weigeren indien:
a. hij het college een aanwijzing heeft gegeven als bedoeld in artikel 76, eerste lid; of
b. het college in strijd handelt met een wettelijk voorschrift dat betrekking heeft op de vangnetuitkering of met een voorwaarde die aan het besluit tot verlening van een vangnetuitkering is verbonden.
6 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld voor:
a. de gronden voor verlening van de vangnetuitkering;
b. de berekening van de hoogte van de uitkering;
c. de voorwaarden, die aan het verzoek worden gesteld;
d. de wijze van beoordeling van het verzoek door de toetsingscommissie vangnet Participatiewet;
e. de toepassing van het vijfde lid.
7 Bij ministeriële regeling worden regels gesteld voor de termijn waarbinnen een verzoek kan worden ingediend.

Artikel 74a

Nadere bepaling meerjarige aanvullende uitkering

Vervallen

Artikel 75

Betaling uitkeringen, aanpassing uitkering en aanvullende uitkering

Bij ministeriële regeling worden regels gesteld inzake de betaling van:
a. de uitkering, bedoeld in artikel 69, eerste lid;
b. het bedrag waarmee de uitkering op grond van artikel 71 wordt aangepast;
c. de vangnetuitkering, bedoeld in artikel 74.