Artikel 33 Een krachtens artikel 27 bevolen vrijheidsbeneming wordt – behoudens de mogelijkheid van verdere vrijheidsbeneming uit anderen hoofde – beëindigd zodra:
a. zulks door de rechtbank of door de officier van justitie, ambtshalve of op verzoek van de opgeëiste persoon of diens raadsman, wordt gelast;
b. zij sedert de dag van de uitspraak tien dagen heeft geduurd, tenzij de rechtbank, op vordering van de officier van justitie, de vrijheidsbeneming inmiddels heeft verlengd overeenkomstig artikel 34.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
12-05-2004 | nieuwe-regeling | Stb 2004 195 (pdf) | 29042 | MvT (web) MvT (pdf) |