onteigeningswet (OW)


Titel IIa

Over onteigening van wegen, bruggen, bermen, bermslooten en kanalen en onteigening voor aanleg en verbetering van wegen, bruggen, spoorwegwerken, kanalen, havenwerken, werken ten behoeve van de bestrijding van verontreiniging van oppervlaktewateren en terreinen en werken ten behoeve van verbetering of verruiming van rivieren

Artikel 72a 1 Onteigening van wegen, bruggen, bermen, bermslooten en kanalen, alsmede daarop rustende zakelijke rechten als in artikel 4 bedoeld, en onteigening voor aanleg en verbetering van wegen, bruggen, spoorwegwerken, kanalen, – waaronder begrepen onteigening voor aanleg en verbetering van werken ter uitvoering van een tracébesluit als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Tracéwet – havenwerken, werken ten behoeve van de bestrijding van de verontreiniging van oppervlaktewateren en terreinen en werken ten behoeve van verbetering of verruiming van rivieren kan geschieden uit kracht van een door Ons, den Raad van State gehoord, genomen besluit.
2 Onder de onteigening, bedoeld in het eerste lid, wordt mede begrepen de onteigening voor de aanleg en verbetering van de in dat lid bedoelde werken en rechtstreeks daaruit voortvloeiende bijkomende voorzieningen ter uitvoering van:
a. een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening;
b. een omgevingsvergunning waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken;
c. een inpassingsplan als bedoeld in artikel 3.26 of 3.28 van de Wet ruimtelijke ordening.
3 De bepalingen van de artikelen 63 tot en met 64b zijn van toepassing.