Artikel 4 1 Wanneer op een onroerende zaak, die toebehoort aan de onteigenende partij, een recht van opstal, erfpacht, vruchtgebruik, gebruik, bewoning, beklemming of huurkoop rust, kan dat recht afzonderlijk worden onteigend.
2 Overigens kan door toepassing van deze wet een zaak slechts worden bevrijd van de met betrekking tot de zaak bestaande lasten en rechten door onteigening van die zaak.
3 Een aandeel in een zaak of een recht kan niet afzonderlijk worden onteigend.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
vervallen | Stb 2020 112 (pdf) | 35133 | MvT (web) MvT (pdf) | |
01-01-2017 | wijziging | Stb 2016 360 (pdf) | 34442 | MvT (web) MvT (pdf) |
01-01-1992 | nieuw | Stb 1989 490 (pdf) | 19077 | MvT (pdf) |
Stb 1991 607 (pdf) | ||||
01-01-1992 | vervallen | Stb 1989 490 (pdf) | 19077 | MvT (pdf) |
Stb 1991 607 (pdf) | ||||
15-08-1920 | wijziging | Stb 1920 329 | ||
26-09-1851 | nieuwe-regeling | Stb 1851 125 |