Artikel 37 1 In de eerste voor de behandeling van burgerlijke zaken bestemde zitting, welke plaats heeft na verloop van vier weken na de dag van de in artikel 36 bedoelde zitting, kunnen derde belanghebbenden een conclusie nemen en, zowel als partijen, bezwaarschriften, verweerschriften en conclusies nader bij pleidooi ontwikkelen. Ingeval geen bezwaarschriften zijn ingediend, zullen de pleidooien plaats vinden uiterlijk zes weken na de dag van de nederlegging van het rapport van deskundigen. De griffier roept partijen, derde belanghebbenden zomede de deskundigen op om ter zitting aanwezig te zijn, opdat dezen desgevraagd mondelinge toelichting op het uitgebrachte advies verstrekken.
2 Uiterlijk binnen vier weken na de in dit artikel bedoelde zitting doet de rechtbank, indien zij geen gebruik heeft gemaakt van de haar in artikel 194, vijfde lid van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering toegekende bevoegdheid, uitspraak over de onteigening, stelt zij in haar vonnis de schadeloosstellingen vast voor de verweerder en de derde belanghebbenden en vermeldt zij tevens de schadeloosstellingen die reeds zijn bepaald ingevolge artikel 27, laatste lid.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
Aanhangig | 35498 | MvT (web) MvT (pdf) | ||
01-09-2017 | wijziging | Stb 2016 290 (pdf) | 34212 | MvT (web) MvT (pdf) |
01-01-2002 | wijziging | Stb 2001 581 (pdf) | 27824 | MvT (web) MvT (pdf) |
01-04-1988 | wijziging | Stb 1987 591 (pdf) | 17916 | MvT (pdf) |
01-02-1973 | wijziging | Stb 1972 578 (pdf) | 10590 | MvT (pdf) |
12-06-1921 | wijziging | Stb 1921 711 | ||
15-08-1920 | wijziging | Stb 1920 329 | ||
26-09-1851 | nieuwe-regeling | Stb 1851 125 |