onteigeningswet (OW)


Artikel 34 1 De griffier maakt van de opneming een door de rechtercommissaris en hem te ondertekenen proces-verbaal op.
2 Hij neemt daarin de verklaringen van de bij de opneming gehoorde personen op, nadat deze verklaringen hun zijn voorgelezen en door hen zijn ondertekend.
3 Voorts neemt hij daarin op de punten, waarover partijen of derde belanghebbenden hebben toegezegd nadere inlichtingen te zullen geven of waaromtrent hun door de rechtercommissaris is opgedragen nadere inlichtingen te verschaffen. De rechtercommissaris bepaalt de termijn, waarbinnen die inlichtingen moeten zijn verstrekt.
4 De rechtercommissaris stelt tevens na overleg met de deskundigen de dag vast, waarop de nederlegging ter griffie van het deskundigenrapport zal plaats vinden, met dien verstande, dat die dag niet later wordt bepaald dan uiterlijk zes maanden na de dag van de opneming. Ingeval de rechtercommissaris een termijn heeft bepaald als bedoeld in het vorige lid, wordt die dag niet later bepaald dan uiterlijk zes maanden na afloop van die termijn. In het proces-verbaal wordt de dag van de nederlegging vermeld.
5 De griffier zendt een afschrift van het proces-verbaal van de opneming aan partijen, in het proces-verbaal vermelde derde belanghebbenden en deskundigen.
6 De rechtercommissaris kan één maal op met redenen omkleed verzoek van de deskundigen uitstel van de nederlegging toestaan. Hij stelt alsdan een nieuwe dag daarvoor vast, waarvan de griffier bericht zendt aan partijen, derde belanghebbenden en deskundigen.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
vervallen Stb 2020 112 (pdf) 35133 MvT (web) MvT (pdf)
01-02-1973 wijziging Stb 1972 578 (pdf) 10590 MvT (pdf)
26-09-1851 nieuwe-regeling Stb 1851 125