Artikel 20 1 Wanneer de verweerder buiten het Koningrijk woont, of zijne woonplaats onbekend is, wordt het geding gevoerd tegen den gevolmagtigde of bewindvoerder, indien een zoodanige binnen het Koningrijk bekend is, en, zoo ook deze onbekend is, tegen een derde, binnen het rechtsgebied van de rechtbank wonende, en door deze op verzoek en ten koste der onteigenende partij, te dien einde te benoemen. De alzoo benoemde kan, bij het ophouden zijner betrekking, het loon van den bewindvoerder eens afwezige, en daarenboven de gemaakte onkosten in rekening brengen.
2 Desniettemin is de verweerder geregtigd ten dage, in art. 23 genoemd, op de dagvaarding, aan den gevolmagtigde, bewindvoerder of door den regter benoemde gedaan, te verschijnen, in welk geval de dagvaarding als aan hem geschied wordt beschouwd en het geding tegen hem wordt gevoerd.
3 Is de verweerder overleden, dan vinden de bepalingen van dit artikel overeenkomstige toepassing.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
wijziging | Stb 2016 290 (pdf) | 34212 | MvT (web) MvT (pdf) | |
01-04-2013 | wijziging | Stb 2012 666 (pdf) | 33451 | MvT (web) MvT (pdf) |
15-08-1920 | wijziging | Stb 1920 329 | ||
26-09-1851 | nieuwe-regeling | Stb 1851 125 |