Kieswet (KW)


Afdeling IV

Het begin van en de veranderingen in het lidmaatschap van de Tweede Kamer en de Eerste Kamer der Staten-Generaal, provinciale staten, het algemeen bestuur, de gemeenteraad en het kiescollege voor Nederlanders die geen ingezetenen zijn

Hoofdstuk Xa

Het begin van en de veranderingen in het lidmaatschap van het kiescollege voor Nederlanders die geen ingezetenen zijn

Artikel Xa 1 De bij of krachtens deze afdeling gestelde bepalingen betreffende het begin van en de veranderingen in het lidmaatschap van provinciale staten en betreffende de beëindiging van het lidmaatschap en tijdelijke vervanging als lid, zijn, voor zover dit hoofdstuk niet anders bepaalt, van overeenkomstige toepassing op het lidmaatschap van het kiescollege, met dien verstande dat telkens in die bepalingen in plaats van «provinciale staten» en «staten» wordt gelezen: het kiescollege.

Artikel Xa 2 1 Indien een benoemde geen gemachtigde heeft aangewezen als bedoeld in artikel Pa 12, eerste lid, wordt de brief houdende de kennisgeving van zijn benoeming, in afwijking van artikel V 1, eerste lid, met tussenkomt van de burgemeester van ’s-Gravenhage verzonden via een elektronisch systeem voor gegevensverwerking waarin de geadresseerde toegang heeft tot het bericht via een publiek uitgegeven authenticatiemiddel.
2 Ingeval het eerste lid van toepassing is, geldt voor de handelingen bedoeld in de artikelen V 2, eerste, vierde en vijfde lid, V 3, W 2, eerste lid onder f, en Xa 3, dat de benoemde deze verricht via het versturen van een bericht langs elektronische weg aan het kiescollege dan wel het centraal stembureau.
3 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over het langs elektronische weg verrichten van de handelingen bedoeld in het eerste en tweede lid en het gebruik van het elektronisch systeem voor gegevensverwerking.

Artikel Xa 3 In aanvulling op artikel V 3, tweede lid, legt de benoemde die geen gemachtigde heeft een uittreksel uit de geboorteregisters over, waaruit datum en plaats van zijn geboorte blijken, alsmede een bewijs van Nederlanderschap.

Artikel Xa 4 Voor de overeenkomstige toepassing van artikel V 6, eerste lid, onderdeel b, en tweede lid, onderdeel b, wordt in plaats van «gedeputeerde staten» gelezen «Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties».

Artikel Xa 5 Bekendmaking van de benoeming van een lid van het kiescollege op grond van artikel W 7, eerste lid, geschiedt in de Staatscourant.