Kieswet (KW)


Afdeling II

De verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, van provinciale staten, van de algemene besturen, van de gemeenteraden en van het kiescollege voor Nederlanders die geen ingezetenen zijn

Hoofdstuk P

De vaststelling van de verkiezingsuitslag door het centraal stembureau

§ 3

De toewijzing van de zetels aan de kandidaten

Artikel P 15 1 In de volgorde van de aantallen op hen uitgebrachte stemmen zijn gekozen die kandidaten die op de gezamenlijke lijsten waarop zij voorkomen, een aantal stemmen hebben verkregen, groter dan 25% van de kiesdeler, voor zover aan de lijstengroep of de niet van een lijstengroep deel uitmakende lijst voldoende zetels zijn toegewezen. Indien aantallen gelijk zijn, beslist zo nodig het lot.
2 Indien het aantal bij de verkiezing van de leden van de gemeenteraad te verdelen zetels minder dan negentien bedraagt, wordt bij de toepassing van het eerste lid niet 25% van de kiesdeler, maar de helft van de kiesdeler in aanmerking genomen.

Artikel P 16 1 Betreft het een lijstengroep, dan geldt, indien een aldus gekozen kandidaat op meer dan één lijst is vermeld, die kandidaat als gekozen op de lijst waarop het grootste aantal stemmen op hem is uitgebracht; voor zover aan die lijst voldoende zetels zijn toegewezen. Voor zover aantallen gelijk zijn, geldt hij als gekozen op de lijst, ingeleverd voor de kieskring, met het laagste nummer.
2 Indien aan geen van de lijsten waarop de gekozen kandidaat is vermeld, voldoende zetels zijn toegewezen, wordt aan hem niettemin een zetel toegewezen op de lijst waarop hij het grootste aantal stemmen heeft verkregen, en vervalt daartegenover de zetel die met toepassing van artikel P 12 of P 13 het laatst was toegewezen aan een van de lijsten van de groep.

Artikel P 17 De zetels, toegewezen aan de al dan niet van een lijstengroep deel uitmakende lijsten, die na toepassing van de artikelen P 15 en P 16 nog niet aan een kandidaat zijn toegewezen, worden aan de nog niet gekozen kandidaten van de desbetreffende lijsten toegewezen in de volgorde van de lijst.

Artikel P 18 1 Betreft het een lijstengroep, dan geldt, indien een kandidaat met toepassing van artikel P 17 op meer dan één lijst van de lijstengroep gekozen is, die kandidaat als gekozen op de lijst waarop het grootste aantal stemmen op hem is uitgebracht. Voor zover aantallen gelijk zijn, geldt hij als gekozen op de lijst, ingeleverd voor de kieskring met het laagste nummer.
2 De aan een lijst toegewezen zetels die na toepassing van het eerste lid nog niet aan een kandidaat zijn toegewezen, worden aan de nog niet gekozen kandidaten van de desbetreffende lijst toegewezen in de volgorde van de lijst.
3 Indien na toepassing van het tweede lid opnieuw een kandidaat op meer dan één lijst is gekozen, wordt de procedure, bedoeld in het eerste en tweede lid, zo lang herhaald, totdat alle aan de lijsten toegewezen zetels aan kandidaten zijn toegewezen.

Artikel P 18a Vervallen

Artikel P 19 1 Het centraal stembureau rangschikt ten aanzien van iedere lijst de daarop voorkomende kandidaten zodanig, dat bovenaan komen te staan de kandidaten aan wie een zetel is toegewezen met toepassing van artikel P 15, in de volgorde waarin de zetels zijn toegewezen.
2 Vervolgens worden, in de volgorde van de aantallen op hen uitgebrachte stemmen, gerangschikt de op de lijst voorkomende kandidaten die op de gezamenlijke lijsten waarop zij voorkomen een aantal stemmen hebben verkregen, groter dan 25% van de kiesdeler onderscheidenlijk groter dan de helft van de kiesdeler, doch die niet met toepassing van artikel P 15, eerste onderscheidenlijk tweede lid, zijn gekozen verklaard. Indien aantallen gelijk zijn, beslist de volgorde van de lijst.
3 Tenslotte worden, in de volgorde van de lijst, gerangschikt de overige op de lijst voorkomende kandidaten.
4 Bij de rangschikking blijft artikel P 18 buiten toepassing.
5 Behoudens ten aanzien van de verkiezing waarbij het aantal te verdelen zetels minder dan negentien bedraagt, blijft de rangschikking achterwege, voor zover het lijsten betreft waarop geen kandidaten gekozen zijn verklaard en die niet deel uitmaken van een lijstengroep waaraan één of meer zetels zijn toegekend.

Artikel P 19a Indien een kandidaat is overleden, wordt deze bij de toepassing van deze paragraaf buiten beschouwing gelaten.