Kadasterwet (Kadw)


Hoofdstuk 2

Openbare registers voor registergoederen

Titel 3

Inschrijfbaarheid van andere stukken en van verandering van woonplaats

Artikel 46 1 Naast feiten die voor de rechtstoestand van registergoederen van belang zijn, kunnen in de openbare registers tevens algemene voorwaarden, modelreglementen en andere stukken, die niet op een bepaald registergoed betrekking hebben, worden ingeschreven, met het uitsluitend doel dat daarnaar in later ter inschrijving aangeboden stukken kan worden verwezen. De artikelen 18, 19, 20, eerste lid, eerste zin, 22 en 30 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek en 117, eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing.
2 Ter inschrijving van een stuk als bedoeld in het eerste lid wordt naast dat stuk aangeboden, indien het in papieren vorm ter inschrijving wordt aangeboden, een afschrift van dat stuk voorzien van een verklaring van eensluidendheid. Artikel 11, tweede tot en met zevende lid, is van overeenkomstige toepassing.
3 Ter inschrijving van een stuk als bedoeld in het eerste lid is, indien het in elektronische vorm ter inschrijving wordt aangeboden, vereist een afschrift van dat stuk als bedoeld in artikel 11b, eerste lid. De artikelen 11, tweede lid, en 11b, tweede tot en met negende lid, zijn van overeenkomstige toepassing.
4 De artikelen 18 tot en met 23 zijn niet van toepassing. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld waaraan ter inschrijving aangeboden stukken als bedoeld in het eerste lid, voldoen. Bij regeling van Onze Minister worden regels gesteld met betrekking tot de wijze waarop de verwijzing in de latere stukken geschiedt.
5 Een verwijzing als bedoeld in het vierde lid heeft tot gevolg dat het stuk waarnaar in een ter inschrijving aangeboden stuk wordt verwezen, deel uitmaakt van de inschrijving die op grond van het aangeboden stuk plaatsvindt.

Artikel 46a 1 Ter voorkoming van een onjuiste of onvolledige bijhouding als bedoeld in de artikelen 54, eerste lid, onderdeel a, 78, eerste lid, 87, eerste lid, onderdeel a, en 94, eerste lid, onderdeel a, kan met betrekking tot bij regeling van Onze Minister vast te stellen gevallen een door een notaris opgemaakte bijhoudingsverklaring worden ingeschreven, inhoudende dat naar zijn verklaring hem gebleken is dat in een eerder ingeschreven, door hem verleden notariƫle akte voor een juiste en volledige bijhouding van dat stuk kennelijk benodigde gegevens ontbreken en dat die gegevens uitsluitend ten behoeve van een juiste en volledige bijhouding van dat stuk in die verklaring worden vermeld. De inschrijving van een bijhoudingsverklaring kan slechts plaatsvinden indien die verklaring ter inschrijving wordt aangeboden voor de afloop van een periode van tien dagen die aanvangt met de eerste dag volgend op die waarop het desbetreffende stuk is ingeschreven, waarbij niet meegerekend worden de dagen waarop de kantoren van de Dienst niet voor het publiek zijn opengesteld voor het aanbieden van stukken ter inschrijving in de openbare registers.
2 Ter inschrijving van een bijhoudingsverklaring als bedoeld in het eerste lid wordt aangeboden, indien dit in papieren vorm geschiedt, die verklaring of een authentiek afschrift daarvan, en een afschrift van die verklaring, onderscheidenlijk van dat authentieke afschrift, voorzien van een verklaring van eensluidendheid. Artikel 11, tweede tot en met zevende lid, is van overeenkomstige toepassing.
3 Ter inschrijving van een bijhoudingsverklaring als bedoeld in het eerste lid is, indien het in elektronische vorm ter inschrijving wordt aangeboden, vereist een afschrift van dat stuk als bedoeld in artikel 11b, eerste lid. De artikelen 11, tweede lid, en 11b, tweede tot en met vijfde lid, tweede zin, zesde, zevende en negende lid, zijn van overeenkomstige toepassing.
4 De artikelen 18 en 20 tot en met 23 zijn niet van toepassing.

Artikel 47 1 Een verandering van een in een ingeschreven stuk gekozen woonplaats, een alsnog ter zake van een inschrijving gedane keuze van woonplaats en de opheffing van een gekozen woonplaats kunnen worden ingeschreven. Ter inschrijving van de verandering, keuze of opheffing wordt een door of namens de belanghebbende ondertekende verklaring aangeboden die de nieuwe en de vorige gekozen dan wel wettelijke woonplaats vermeldt, alsmede de datum van ingang.
2 Een krachtens artikel 18, vierde lid, van deze wet of de artikelen 260, eerste lid, van Boek 3 of 252, tweede lid, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek gekozen woonplaats, heeft, ongeacht of zij met het oorspronkelijke stuk dan wel krachtens het eerste lid is ingeschreven, geen ander gevolg dan dat
a. daar exploiten kunnen worden uitgebracht die de inschrijving betreffen, ter zake waarvan woonplaats werd gekozen;
b. daar de door of krachtens de wet voorgeschreven mededelingen en kennisgevingen van de bewaarder en de Dienst kunnen worden gedaan.
3 Door of krachtens deze wet voorgeschreven mededelingen en kennisgevingen worden in elk geval gedaan aan de laatste bij de Dienst bekende woonplaats van de belanghebbende. In geval van overlijden van een persoon die tot een registergoed gerechtigd was, worden zodanige mededelingen en kennisgevingen aan zijn rechtsopvolgers gedaan aan het laatste bij de Dienst bekende adres van de boedel.