Artikel 47 1 Een verandering van een in een ingeschreven stuk gekozen woonplaats, een alsnog ter zake van een inschrijving gedane keuze van woonplaats en de opheffing van een gekozen woonplaats kunnen worden ingeschreven. Ter inschrijving van de verandering, keuze of opheffing wordt een door of namens de belanghebbende ondertekende verklaring aangeboden die de nieuwe en de vorige gekozen dan wel wettelijke woonplaats vermeldt, alsmede de datum van ingang.
2 Een krachtens artikel 18, vierde lid, van deze wet of de artikelen 260, eerste lid, van Boek 3 of 252, tweede lid, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek gekozen woonplaats, heeft, ongeacht of zij met het oorspronkelijke stuk dan wel krachtens het eerste lid is ingeschreven, geen ander gevolg dan dat
a. daar exploiten kunnen worden uitgebracht die de inschrijving betreffen, ter zake waarvan woonplaats werd gekozen;
b. daar de door of krachtens de wet voorgeschreven mededelingen en kennisgevingen van de bewaarder en de Dienst kunnen worden gedaan.
3 Door of krachtens deze wet voorgeschreven mededelingen en kennisgevingen worden in elk geval gedaan aan de laatste bij de Dienst bekende woonplaats van de belanghebbende. In geval van overlijden van een persoon die tot een registergoed gerechtigd was, worden zodanige mededelingen en kennisgevingen aan zijn rechtsopvolgers gedaan aan het laatste bij de Dienst bekende adres van de boedel.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
01-01-2008 | wijziging | Stb 2007 105 (pdf) | 30544 | MvT (web) MvT (pdf) |
01-05-1994 | wijziging | Stb 1994 125 (pdf) | 23007 | MvT (pdf) |
01-01-1992 | nieuwe-regeling | Stb 1989 186 (pdf) | 17496 | MvT (pdf) |