Faillissementswet (FW)


Titel I

Van faillissement

Afdeling 11B

Van het faillissement van een verzekeraar

§ 4

Verzekeraars met beperkte risico-omvang

Artikel 213ff Deze paragraaf is van toepassing op verzekeraars met beperkte risico-omvang als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht.

Artikel 213gg De artikelen 213a, eerste lid, 213b, 213d, 213e, 213i en 213k, eerste lid, zijn van overeenkomstige toepassing op verzekeraars met beperkte risico-omvang.

Artikel 213hh De Nederlandsche Bank N.V. zendt een afschrift van haar verzoekschrift, bedoeld in artikel 213b, aan de verzekeraar met beperkte risico-omvang en geeft van de inhoud daarvan kennis aan:
a. indien het een verzekeraar met beperkte risico-omvang met zetel in Nederland betreft, de toezichthoudende autoriteiten van de staten die zijn aangewezen op grond van artikel 2:50, tweede lid, van de Wet op het financieel toezicht waar de verzekeraar met beperkte risico-omvang een bijkantoor heeft of waarheen hij diensten verricht vanuit vestigingen in op grond van dat artikel aangewezen staten;
b. indien het een verzekeraar met beperkte risico-omvang met zetel in een andere staat betreft, de toezichthoudende autoriteiten van andere staten die zijn aangewezen op grond van artikel 2:50 van de Wet op het financiële toezicht waarheen hij diensten verricht vanuit een bijkantoor in Nederland.

Artikel 213ii 1 De griffier stelt de Nederlandsche Bank N.V. onverwijld in kennis van de beslissing tot faillietverklaring.
2 De Nederlandsche Bank N.V. stelt onverwijld daarna de toezichthoudende autoriteiten van de andere staten die zijn aangewezen op grond van artikel 2:50 van de Wet op het financiële toezicht in kennis van het vonnis tot faillietverklaring, alsmede van de mogelijke gevolgen daarvan in het desbetreffende geval.

Artikel 213jj De Nederlandsche Bank N.V. stelt de toezichthoudende autoriteiten van de staten die zijn aangewezen op grond van artikel 2:50 van de Wet op het financiële toezicht die zulks verzoeken in kennis van het verloop van de procedure.

Artikel 213kk 1 In geval van faillietverklaring van een natura-uitvaartverzekeraar op grond van deze paragraaf worden de boedelschulden, al naar gelang de aard van de betrokken boedelschuld hetzij over ieder deel van de boedel omgeslagen, hetzij uitsluitend van een bepaalde bate van de boedel afgetrokken.
2 Onverminderd het bepaalde in het eerste lid en behoudens vorderingen door pand en hypotheek gedekt, worden de volgende vorderingen verhaald op de boedel in de volgende volgorde:
a. de vorderingen van werknemers en gewezen werknemers alsmede de vorderingen van hun nabestaanden met betrekking tot reeds vervallen termijnen van pensioenen, voorzover de vordering niet ouder is dan een jaar;
b. de vorderingen van werknemers, niet zijnde bestuurders van de natura-uitvaartverzekeraar waarbij zij in dienst zijn, en gewezen werknemers alsmede de vorderingen van hun nabestaanden met betrekking tot in de toekomst tot uitkering komende termijnen van toegezegd pensioen;
c. de vorderingen van werknemers met betrekking tot het loon over het voorafgaande jaar en hetgeen over het lopende jaar verschuldigd is, benevens het bedrag van de verhoging van dat loon ingevolge artikel 625 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek alsmede het bedrag van de uitgaven, door de werknemer voor de natura-uitvaartverzekeraar als werkgever gedaan, en de bedragen, door de natura-uitvaartverzekeraar aan de werknemer krachtens artikel 10 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst verschuldigd;
d. de vorderingen en rechten betreffende prestaties, die zijn ontstaan of nog zullen ontstaan uit een natura-uitvaartverzekering, gesloten vanuit een vestiging in Nederland;
e. de vorderingen tot vergoeding van schade die schuldeisers met een vordering als bedoeld in onderdeel d lijden doordat de bedragen die zij hebben ontvangen uit hoofde van die vorderingen niet toereikend zijn om hen te brengen in de toestand waarin zij zouden hebben verkeerd indien de verzekeraar niet in staat van faillissement was verklaard.
3 Artikel 213m, vierde en vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing.
4 In geval van faillietverklaring van een levensverzekeraar met beperkte risico-omvang op grond van deze paragraaf is artikel 213m, eerste, derde tot en met vijfde lid, van overeenkomstige toepassing.
5 In geval van faillietverklaring van een schadeverzekeraar met beperkte risico-omvang op grond van deze paragraaf is artikel 213m, eerste, tweede, vierde en vijfde lid, van overeenkomstige toepassing.

Artikel 213ll* De artikelen 213ma tot en met 213mk zijn van overeenkomstige toepassing.