Dienstenwet (DW)


Hoofdstuk 3

Informatie, bijstand en elektronische afwikkeling voor dienstverrichters

§ 3.3

Op procedures en formaliteiten betrekking hebbend berichtenverkeer

Artikel 13 1 Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties biedt een dienstverrichter respectievelijk een bevoegde instantie de mogelijkheid berichten die betrekking hebben op procedures en formaliteiten via het centraal loket te verzenden en te ontvangen.
2 Bij regeling van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties kunnen regels worden gesteld inzake vernietigingstermijnen van via het centraal loket verzonden berichten.
3 Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties draagt onverwijld zorg voor vernietiging van een bericht na verloop van de krachtens het tweede lid gestelde termijnen.

Artikel 14 1 Een bevoegde instantie die betrokken is bij de afwikkeling van procedures en formaliteiten:
a. draagt zorg voor aansluiting op het centraal loket;
b. verzendt daarop betrekking hebbende berichten via het centraal loket, voor zover een dienstverrichter waarvoor een bericht bestemd is via het centraal loket aan de bevoegde instantie kenbaar heeft gemaakt dat hij langs deze weg voldoende bereikbaar is.
c. draagt er zorg voor dat zij via het centraal loket voldoende bereikbaar is voor daarop betrekking hebbende berichten van een dienstverrichter.
2 Bij regeling van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties kunnen regels worden gesteld met betrekking tot technische eisen waaraan door een bevoegde instantie als bedoeld in het eerste lid moet worden voldaan met het oog op aansluiting op het centraal loket.
3 Het eerste lid geldt, voor zover van toepassing, in afwijking van artikel 2:14, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
4 Bij regeling van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties kunnen regels worden gesteld ter uitvoering van door de Europese Commissie met inachtneming van artikel 8, derde lid, van de richtlijn vastgestelde gedetailleerde regels.
5 Indien een via het centraal loket verzonden bericht dat op procedures en formaliteiten betrekking heeft, is ondertekend met een elektronische handtekening die afwijkt van een elektronische handtekening die bij of krachtens wettelijk voorschrift is voorgeschreven of door een bevoegde instantie wordt geëist, kan een bevoegde instantie dit bericht niet om die reden weigeren, indien de elektronische handtekening voldoet aan een van de in de ministeriële regeling, bedoeld in het vierde lid, genoemde elektronische handtekeningen, tenzij:
a. het een elektronische handtekening betreft waarvan het niveau van betrouwbaarheid lager is dan de elektronische handtekening die bij of krachtens wettelijk voorschrift is voorgeschreven of door een bevoegde instantie wordt geëist, of
b. de in de ministeriële regeling, bedoeld in het vierde lid, genoemde elektronische handtekening met het laagste niveau van betrouwbaarheid bij of krachtens wettelijk voorschrift is voorgeschreven of door een bevoegde instantie wordt geëist.

Artikel 15 1 Artikel 2:15, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, is niet van toepassing op de verzending via het centraal loket van gegevens en bescheiden die op procedures en formaliteiten betrekking hebben.
2 Voor zover daarvan bij of krachtens deze wet niet wordt afgeweken, zijn de artikelen 2:14, derde lid, 2:15, derde en vierde lid, 2:16 en 2:17 van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing op berichten waarop dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van toepassing zijn en waarbij een bevoegde instantie niet als bestuursorgaan is betrokken.