Hoofdstuk 3
Informatie, bijstand en elektronische afwikkeling voor dienstverrichters
§ 3.1Toegankelijkheid van informatie voor dienstverrichters
Artikel 7 Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties maakt de volgende informatie voor dienstverrichters via het centraal loket toegankelijk:a. de eisen en vergunningstelsels, bedoeld in artikel 2, en de namen en adresgegevens van de bij die eisen en vergunningstelsels betrokken bevoegde instanties;
b. de rechtsmiddelen die algemeen voorhanden zijn voor het beslechten van geschillen tussen bevoegde instanties en dienstverrichters, tussen dienstverrichters en afnemers of tussen dienstverrichters onderling;
c. de middelen en voorwaarden om toegang te krijgen tot openbare registers en openbare databanken met gegevens over dienstverrichters en diensten;
d. de namen en adresgegevens van verenigingen en organisaties zonder winstoogmerk, anders dan de bevoegde instanties, van welke dienstverrichters praktische bijstand kunnen krijgen.
Artikel 8 1 Een bevoegde instantie die betrokken is bij één of meer eisen of vergunningstelsels als bedoeld in artikel 2, maakt de volgende informatie voor dienstverrichters langs elektronische weg toegankelijk:
a. de eisen of vergunningstelsels, waarbij die instantie is betrokken en haar naam en adresgegevens;
b. de rechtsmiddelen die algemeen voorhanden zijn voor het beslechten van geschillen tussen haar en een dienstverrichter over eisen en vergunningstelsels waarbij zij is betrokken.
2 Een bevoegde instantie maakt tevens informatie voor dienstverrichters langs elektronische weg toegankelijk over de middelen en voorwaarden om toegang te krijgen tot een openbaar register of een openbare databank met gegevens over dienstverrichters en diensten, voor zover die instantie daarbij betrokken is.
Artikel 9 De informatie, bedoeld in de artikelen 7 en 8 is actueel, duidelijk en ondubbelzinnig.
Artikel 10 Bij regeling van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties kunnen ten behoeve van een goede uitvoering van artikel 7 regels worden gesteld over de wijze waarop bevoegde instanties informatie als bedoeld in artikel 8 ordenen en toegankelijk maken.
Artikel 11 Indien daarin niet op andere wijze is voorzien, draagt Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties ten behoeve van dienstverrichters zorg voor het gemakkelijk langs elektronische weg toegankelijk maken van informatie over:
a. de betekenis van bepaalde keurmerken;
b. de criteria voor het aanvragen van keurmerken;
c. andere kwaliteitsaanduidingen voor diensten;
d. op communautair niveau vastgestelde gedragscodes die gericht zijn op de vergemakkelijking van de toegang tot of uitoefening van diensten.
§ 3.2
Verlening van bijstand aan dienstverrichters
Artikel 12 1 Een bevoegde instantie verstrekt een dienstverrichter op diens verzoek algemene informatie over de gebruikelijke uitleg en toepassing van eisen of vergunningstelsels, bedoeld in artikel 2, waarbij die bevoegde instantie is betrokken.2 De in het eerste lid bedoelde informatie wordt zo spoedig mogelijk verstrekt, is actueel, duidelijk en ondubbelzinnig. Waar passend wordt informatie verstrekt in de vorm van een handleiding.
3 Indien een bevoegde instantie de verzochte informatie niet kan verstrekken, deelt zij dat onverwijld mee.
4 Een bevoegde instantie draagt er zorg voor dat zij langs elektronische weg voldoende bereikbaar is voor een verzoek van een dienstverrichter om informatie als bedoeld in het eerste lid.
5 Een bevoegde instantie verzendt een bericht met de verzochte informatie als bedoeld in het eerste lid, of een mededeling als bedoeld in het derde lid, langs elektronische weg, voor zover een dienstverrichter waarvoor het bericht bestemd is aan de bevoegde instantie kenbaar heeft gemaakt dat hij langs deze weg voldoende bereikbaar is.
6 Het vijfde lid geldt, voor zover van toepassing, in afwijking van artikel 2:14, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
§ 3.3
Op procedures en formaliteiten betrekking hebbend berichtenverkeer
Artikel 13 1 Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties biedt een dienstverrichter respectievelijk een bevoegde instantie de mogelijkheid berichten die betrekking hebben op procedures en formaliteiten via het centraal loket te verzenden en te ontvangen.2 Bij regeling van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties kunnen regels worden gesteld inzake vernietigingstermijnen van via het centraal loket verzonden berichten.
3 Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties draagt onverwijld zorg voor vernietiging van een bericht na verloop van de krachtens het tweede lid gestelde termijnen.
Artikel 14 1 Een bevoegde instantie die betrokken is bij de afwikkeling van procedures en formaliteiten:
a. draagt zorg voor aansluiting op het centraal loket;
b. verzendt daarop betrekking hebbende berichten via het centraal loket, voor zover een dienstverrichter waarvoor een bericht bestemd is via het centraal loket aan de bevoegde instantie kenbaar heeft gemaakt dat hij langs deze weg voldoende bereikbaar is.
c. draagt er zorg voor dat zij via het centraal loket voldoende bereikbaar is voor daarop betrekking hebbende berichten van een dienstverrichter.
2 Bij regeling van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties kunnen regels worden gesteld met betrekking tot technische eisen waaraan door een bevoegde instantie als bedoeld in het eerste lid moet worden voldaan met het oog op aansluiting op het centraal loket.
3 Het eerste lid geldt, voor zover van toepassing, in afwijking van artikel 2:14, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
4 Bij regeling van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties kunnen regels worden gesteld ter uitvoering van door de Europese Commissie met inachtneming van artikel 8, derde lid, van de richtlijn vastgestelde gedetailleerde regels.
5 Indien een via het centraal loket verzonden bericht dat op procedures en formaliteiten betrekking heeft, is ondertekend met een elektronische handtekening die afwijkt van een elektronische handtekening die bij of krachtens wettelijk voorschrift is voorgeschreven of door een bevoegde instantie wordt geëist, kan een bevoegde instantie dit bericht niet om die reden weigeren, indien de elektronische handtekening voldoet aan een van de in de ministeriële regeling, bedoeld in het vierde lid, genoemde elektronische handtekeningen, tenzij:
a. het een elektronische handtekening betreft waarvan het niveau van betrouwbaarheid lager is dan de elektronische handtekening die bij of krachtens wettelijk voorschrift is voorgeschreven of door een bevoegde instantie wordt geëist, of
b. de in de ministeriële regeling, bedoeld in het vierde lid, genoemde elektronische handtekening met het laagste niveau van betrouwbaarheid bij of krachtens wettelijk voorschrift is voorgeschreven of door een bevoegde instantie wordt geëist.
Artikel 15 1 Artikel 2:15, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, is niet van toepassing op de verzending via het centraal loket van gegevens en bescheiden die op procedures en formaliteiten betrekking hebben.
2 Voor zover daarvan bij of krachtens deze wet niet wordt afgeweken, zijn de artikelen 2:14, derde lid, 2:15, derde en vierde lid, 2:16 en 2:17 van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing op berichten waarop dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van toepassing zijn en waarbij een bevoegde instantie niet als bestuursorgaan is betrokken.
§ 3.4
Gegevensbescherming
Artikel 16 1 Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties verwerkt persoonsgegevens, met het doel de uitwisseling van berichtenverkeer dat betrekking heeft op de afwikkeling van procedures en formaliteiten via het centraal loket voor dienstverrichters mogelijk te maken.2 Ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde verwerking van persoonsgegevens, is Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties verwerkingsverantwoordelijke.