Burgerlijk Wetboek Boek 7A (BW)
Boek 7a
Bijzondere overeenkomsten; vervolg
Negende titelVan maatschap
Vierde afdeelingVan de verschillende wijzen waarop de maatschap eindigt
Artikel 1683 Een maatschap wordt ontbonden:1°. Door verloop van den tijd voor welken dezelve is aangegaan;
2°. Door het tenietgaan van een goed of de volbrenging der handeling, die het onderwerp der maatschap uitmaakt;
3°. Door opzegging van een vennoot aan de andere vennoten;
4°. Door den dood of de curatele van één hunner, of indien hij in staat van faillissement is verklaard dan wel ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard.
Artikel 1684 1 De rechter kan op vordering van ieder der vennoten de maatschap wegens gewichtige redenen ontbinden.
2 Een zodanige ontbinding heeft geen terugwerkende kracht. De rechter kan de vordering toewijzen onder door hem te stellen voorwaarden en een partij die in de naleving van haar verplichtingen is tekortgeschoten, met overeenkomstige toepassing van artikel 277 van Boek 6 tot schadevergoeding veroordelen.
3 De artikelen 265-279 van Boek 6 zijn op een maatschap niet van toepassing.
Artikel 1686 1 Een opzegging is vernietigbaar, indien zij in strijd met de redelijkheid en billijkheid is geschied.
2 Een vennootschap voor bepaalde tijd of voor een bepaald werk aangegaan, kan niet worden opgezegd, tenzij dit is bedongen.
Artikel 1688 1 Indien bedongen is, dat, in geval van overlijden van een der vennooten, de maatschap met deszelfs erfgenaam, of alleen tusschen de overblijvende vennooten, zoude voortduren, moet dat beding worden nagekomen.
2 In het tweede geval, heeft de erfgenaam des overledenen geen verder regt dan op de verdeeling der maatschap, overeenkomstig de gesteldheid waarin dezelve zich ten tijde van dat overlijden bevond; doch hij deelt in de voordeelen en draagt in de verliezen, die de noodzakelijke gevolgen zijn van verrigtingen, welke vóór het overlijden van den vennoot, wiens erfgenaam hij is, hebben plaats gehad.