Hoofdstuk VIII
Dwang- en strafbepalingen
Artikel 104 VervallenArtikel 104a 1 Onze Minister kan een toegelaten instelling aan welke compensatie niet volledig toekomt, verplichten tot betaling van een geldsom ten laste van die compensatie. Artikel 61d, eerste lid, tweede volzin, is ten aanzien van een samenwerkingsvennootschap als bedoeld in die volzin van overeenkomstige toepassing.
2 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere voorschriften worden gegeven omtrent de toepassing van het eerste lid, waarbij gevallen kunnen worden aangewezen waarin Onze Minister een toegelaten instelling aan welke compensatie niet volledig toekomt, verplicht tot betaling van een geldsom ten laste van die compensatie.
Artikel 105 1 Onze Minister kan een last onder dwangsom of een bestuurlijke boete opleggen aan een toegelaten instelling of een dochtermaatschappij:
a. ter handhaving van het bepaalde bij of krachtens hoofdstuk IIIA of IV;
b. ter handhaving van een aanwijzing als bedoeld in artikel 61d of van een maatregel als bedoeld in artikel 48, achtste lid, 61g, eerste, tweede of derde lid, of 104a, eerste lid, of
c. naar aanleiding van een plan als bedoeld in artikel 29, tweede lid, tweede volzin, of 57, eerste lid, onderdeel a, dan wel indien de toegelaten instelling een zodanig plan niet verstrekt.
2 Artikel 61d, eerste lid, tweede volzin, is ten aanzien van een samenwerkingsvennootschap als bedoeld in die volzin van overeenkomstige toepassing.
3 De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste het bedrag dat is vastgesteld voor de vierde categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht.
Artikel 105a Vervallen
Artikel 106 Vervallen
Artikel 107 Vervallen
Artikel 108 Vervallen
Artikel 109 Vervallen
Artikel 110 Vervallen
Artikel 111 Vervallen
Artikel 112 Vervallen
Artikel 113 Vervallen
Artikel 114 Vervallen
Artikel 115 Vervallen