Woningwet (Wonw)


Hoofdstuk V

Voorziening in de woningbehoefte

Afdeling 1

Onderzoek naar de volkshuisvesting

Artikel 62 1 Bij algemene maatregel van bestuur kan, ten einde gegevens te verkrijgen omtrent omvang en samenstelling van de woningvoorraad en omtrent gebruik en bezetting van woningen, worden bepaald dat een algemene woningtelling wordt gehouden. In die maatregel worden tijdstip, doel en inhoud van de woningtelling omschreven.
2 Bij of krachtens de in het eerste lid bedoelde algemene maatregel van bestuur kunnen nadere voorschriften omtrent de woningtelling worden gegeven.
3 De colleges van burgemeester en wethouders verlenen hun medewerking aan de uitvoering van de in het eerste lid bedoelde algemene maatregel van bestuur.
4 Bij de in het eerste lid bedoelde algemene maatregel van bestuur worden voorschriften gegeven omtrent de aan gemeenten uit ’s Rijks kas toe te kennen vergoeding van ter zake gemaakte kosten.

Artikel 63 1 Bij koninklijk besluit kunnen burgemeester en wethouders worden verplicht, overeenkomstig bij dat besluit te geven voorschriften, een bijzonder onderzoek naar de staat van de volkshuisvesting in te stellen.
2 Aan gemeenten kunnen financiële middelen uit ’s Rijks kas worden verstrekt ter bestrijding van de kosten, verbonden aan een onderzoek als bedoeld in het eerste lid.

Afdeling 2

Planning, programmering en verdeling

Artikel 64 Onze Minister verstrekt eenmaal per jaar aan de Staten-Generaal een verslag van de aard en het aantal van de woningen die in het jaar, voorafgaand aan het jaar waarin het verslag wordt aangeboden, zijn gebouwd.

Artikel 65 1 Burgemeester en wethouders alsmede gedeputeerde staten verstrekken overeenkomstig bij of krachtens algemene maatregel van bestuur gegeven voorschriften informatie ten behoeve van de door Onze Minister ingevolge artikel 64 aan de Staten-Generaal te verstrekken gegevens.
2 Bij of krachtens de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste lid, worden in elk geval voorschriften gegeven omtrent de aard en omvang van de te verstrekken informatie, de instanties die, alvorens de informatie wordt verstrekt, moeten worden gehoord, alsmede de wijze waarop, het tijdstip waarop en de instantie waaraan de informatie moet worden verstrekt.

Artikel 66 Vervallen

Artikel 67 Vervallen

Artikel 68 Vervallen

Artikel 69 Een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 65, treedt niet eerder in werking dan twee maanden na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin hij is geplaatst. Van de plaatsing wordt onverwijld mededeling gedaan aan de beide kamers der Staten-Generaal.

Afdeling 3

Instellingen werkzaam in het belang van de volkshuisvesting

Artikel 70 Vervallen

Artikel 70a Vervallen

Artikel 70b Vervallen

Artikel 70c Vervallen

Artikel 70d Vervallen

Artikel 70e Vervallen

Artikel 70f Vervallen

Artikel 70g Vervallen

Artikel 70h Vervallen

Artikel 70i Vervallen

Artikel 70j Vervallen

Artikel 70k Vervallen

Artikel 70l Vervallen

Afdeling 3A

Het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting

Artikel 71 Vervallen

Artikel 71a Vervallen

Artikel 71b Vervallen

Artikel 71c Vervallen

Artikel 71d Vervallen

Artikel 71e Vervallen

Artikel 71f Vervallen

Artikel 71g Vervallen

Artikel 71h Vervallen

Artikel 71i Vervallen

Artikel 71j Vervallen

Artikel 71k Vervallen

Artikel 71l Vervallen

Artikel 72 Vervallen

Artikel 73 Vervallen

Afdeling 4

Voorzieningen in het belang van de volkshuisvesting vanwege de gemeente of de provincie

Artikel 74 Vervallen

Artikel 75 1 Burgemeester en wethouders kunnen, ingeval dit noodzakelijk is voor het naar behoren uitvoeren van deze wet, besluiten rechtstreeks van gemeentewege voorzieningen in het belang van de volkshuisvesting te treffen.
2 Indien ter uitvoering van het eerste lid van gemeentewege woongelegenheden worden gebouwd, geschiedt dit slechts, indien aannemelijk is, dat door het bouwen van woongelegenheden door toegelaten instellingen niet voldoende in de woningbehoefte zal worden voorzien.

Artikel 76 Vervallen

Artikel 77 Vervallen

Artikel 78 Vervallen

Artikel 79 Vervallen

Artikel 80 Vervallen

Afdeling 4a

Stedelijke vernieuwing

Artikel 80a 1 Het college van burgemeester en wethouders draagt zorg voor stedelijke vernieuwing en treft maatregelen in het belang daarvan.
2 Gedeputeerde staten dragen uitsluitend zorg voor de bevordering en ondersteuning van stedelijke vernieuwing, in het bijzonder indien zij in het kader daarvan financiële middelen verstrekken.
3 Onze Minister draagt zorg voor de bevordering en ondersteuning van stedelijke vernieuwing.

Afdeling 5

Verstrekking van geldelijke steun uit ’s Rijks kas

Artikel 81 1 Uit 's Rijks kas kunnen aan gemeenten of provincies financiële middelen worden verstrekt voor activiteiten die passen in het rijksbeleid met betrekking tot het bouwen, het wonen en de woonomgeving.
2 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden voorschriften gegeven omtrent het verstrekken van financiële middelen, bedoeld in het eerste lid.
3 Bij de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het tweede lid, kunnen voorschriften worden gegeven omtrent het door provincies overdragen van krachtens het tweede lid aan hen toegekende bevoegdheden en verplichtingen aan een gemeente. De voorschriften betreffen in elk geval:
a. het geval waarin een provincie bevoegdheden en verplichtingen al dan niet dient over te dragen;
b. de wijze waarop in geval van overdracht verantwoording aan Onze Minister wordt afgelegd.
4 Bij of krachtens de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het tweede lid, kan worden bepaald dat de gemeenteraad of provinciale staten voorschriften geeft of geven omtrent het door burgemeester en wethouders, of gedeputeerde staten verstrekken van subsidie ten laste van de uit ’s Rijks kas aan hen verstrekte financiële middelen voor de activiteiten, bedoeld in het eerste lid.
5 Bij algemene maatregel van bestuur kunnen ter bevordering van eenheid in de voorschriften, bedoeld in het vierde lid, regelen worden gegeven omtrent de inhoud van die voorschriften.
6 De gemeenteraad of provinciale staten brengen de door hen gegeven voorschriften, bedoeld in het vierde lid, binnen zes maanden na het van kracht worden van de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het vijfde lid, in overeenstemming met de bij die algemene maatregel van bestuur gegeven voorschriften.

Artikel 82 Vervallen

Artikel 83 Een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 81, treedt niet eerder in werking dan twee maanden na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin hij is geplaatst. Van de plaatsing wordt onverwijld mededeling gedaan aan de beide kamers der Staten-Generaal.

Artikel 84 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voorschriften worden gegeven omtrent het door burgemeester en wethouders, gedeputeerde staten en het dagelijks bestuur van een samenwerkingsverband van gemeenten verstrekken van voor het verstrekken van financiële middelen van belang zijnde gegevens. De financiële gevolgen van het verstrekken van die gegevens worden niet gecompenseerd.

Artikel 85 Vervallen

Artikel 86 Gegevens betreffende de door het Rijk verstrekte financiële middelen en subsidie worden jaarlijks op een door Onze Minister te bepalen wijze bekend gemaakt.

Artikel 87 Onze Minister kan volgens bij ministeriële regeling gegeven voorschriften geldelijke steun verlenen voor doeleinden, de volkshuisvesting betreffende, voor zover het geldelijke steun betreft welke onmiddellijk voorafgaand aan 22 december 2000 in een ministeriële regeling was geregeld, die met ingang van die datum is komen te berusten op de algemene maatregel van bestuur, vastgesteld krachtens artikel 9, eerste lid, van de Invoeringswet Wet stedelijke vernieuwing zoals die wet onmiddellijk voorafgaand aan haar intrekking luidde.

Artikel 88 Vervallen