Woningwet (Wonw)


Artikel 21 1 De toegelaten instelling verbindt zich niet met een rechtspersoon of vennootschap dan nadat Onze Minister dat op een daartoe strekkend verzoek van de toegelaten instelling heeft goedgekeurd. Onze Minister onthoudt in elk geval zijn goedkeuring, indien:
a. naar zijn oordeel de toegelaten instelling of rechtspersoon of vennootschap niet voldoet of zal voldoen aan het bepaalde bij en krachtens dit hoofdstuk;
b. naar zijn oordeel sprake is van een uit dat zich verbinden voortvloeiend niet aanvaardbaar risico dat door de toegelaten instelling in de betrokken rechtspersoon of vennootschap in te brengen vermogen niet voor de volkshuisvesting bestemd blijft;
c. indien het verzoek niet inhoudt dat toepassing wordt gegeven aan artikel 50a, eerste lid: de in het belang van de huurders van haar woongelegenheden werkzame huurdersorganisaties aan de toegelaten instelling niet hebben medegedeeld dat zij met de verbinding instemmen;
d. de statuten van de rechtspersoon of de akte van de vennootschap met welke de toegelaten instelling voornemens is zich te verbinden niet voldoen aan artikel 23 of aan de bij algemene maatregel van bestuur daaromtrent gegeven voorschriften;
e. overeenkomstig bij of krachtens algemene maatregel van bestuur daaromtrent te geven voorschriften de financiële continuïteit van de toegelaten instelling of die rechtspersoon of vennootschap niet voldoende is gewaarborgd;
f. de toegelaten instelling voornemens is die rechtspersoon of vennootschap anderszins vermogen te verschaffen dan door middel van het inbrengen van kapitaal of het verstrekken van een lening overeenkomstig bij of krachtens algemene maatregel van bestuur daaromtrent te geven voorschriften of
g. de toegelaten instelling voornemens is zich in enigerlei opzicht garant te stellen voor die rechtspersoon of vennootschap.
2 De goedkeuring, bedoeld in het eerste lid, is niet vereist voor een verbinding van een toegelaten instelling met een vereniging, waaraan de toegelaten instelling niet op andere wijze vermogen verstrekt dan met een periodieke contributie.
3 De goedkeuring, bedoeld in het eerste lid, is niet vereist voor een verbinding van een toegelaten instelling met een samenwerkingsvennootschap.
4 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere voorschriften worden gegeven omtrent de bij het verzoek, bedoeld in het eerste lid, te verstrekken gegevens, de wijze waarop de toegelaten instelling degenen die een belang hebben bij de verbinding daarbij betrekt en de gronden waarop Onze Minister die verbinding kan goedkeuren dan wel zijn goedkeuring daaraan kan onthouden.
5 De toegelaten instelling kan Onze Minister verzoeken om toe te staan dat een samenwerkingsvennootschap in een andere gemeente feitelijk werkzaam is dan de gemeenten waarin die toegelaten instelling feitelijk werkzaam is, op welk verzoek Onze Minister beslist overeenkomstig bij algemene maatregel van bestuur daaromtrent te geven voorschriften.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-01-2022 wijziging Stb 2021 425 (pdf) 35517 MvT (web) MvT (pdf)
01-07-2017 wijziging Stb 2017 25 (pdf) 34468 MvT (web) MvT (pdf)
01-07-2015 wijziging Stb 2015 145 (pdf) 32769 MvT (web) MvT (pdf)
Stb 2015 146 (pdf) 33966 MvT (web) MvT (pdf)
01-04-2007 vervallen Stb 2007 27 (pdf) 29392 MvT (web) MvT (pdf)
13-07-2002 wijziging Stb 2002 348 (pdf) 24549 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-1994 wijziging Stb 1993 650 (pdf) 22495 MvT (pdf)
01-10-1992 nieuwe-regeling Stb 1991 439 (pdf) 20066 MvT (pdf)