Wetboek van Strafvordering (Sv)


Boek 6

Tenuitvoerlegging

Hoofdstuk 3

Vrijheidsbeperkende straffen, maatregelen en voorwaarden

Eerste titel

Taakstraffen

Artikel 6:3:1 1 De termijn binnen welke de taakstraf moet worden voltooid bedraagt achttien maanden na het onherroepelijk worden van het vonnis dan wel negen maanden na het onherroepelijk worden van de strafbeschikking.
2 De termijn binnen welke de taakstraf moet worden verricht, wordt verlengd met de tijd dat de veroordeelde rechtens zijn vrijheid is ontnomen alsmede met de tijd dat hij ongeoorloofd afwezig is.

Artikel 6:3:2 1 Het openbaar ministerie kan de opgelegde straf wijzigen wat betreft de aard van de te verrichten werkzaamheden, bedoeld in artikelĀ 22c, eerste lid, derde volzin, van het Wetboek van Strafrecht, indien het van oordeel is dat de veroordeelde de taakstraf niet geheel overeenkomstig de opgelegde straf kan of heeft kunnen verrichten. Het openbaar ministerie benadert daarbij zo veel mogelijk de opgelegde straf. Het openbaar ministerie geeft hiervan kennis aan de veroordeelde.
2 Het openbaar ministerie doet deze kennisgeving zo spoedig mogelijk aan de veroordeelde betekenen. De kennisgeving behelst het aantal uren taakstraf dat naar het oordeel van het openbaar ministerie is verricht, alsmede de straf zoals deze voor het overige nader is vastgesteld.

Artikel 6:3:3 1 Indien de tot een taakstraf veroordeelde niet aanvangt met de taakstraf, geen medewerking verleent aan het vaststellen van zijn identiteit of het openbaar ministerie van oordeel is dat de veroordeelde de opgelegde taakstraf niet naar behoren verricht of heeft verricht, wordt vervangende hechtenis toegepast, tenzij dit wegens uitzonderlijke omstandigheden die zich na het opleggen van de taakstraf hebben voorgedaan, zou leiden tot een onbillijkheid van zwaarwegende aard.
2 Indien een gedeelte van de te verrichten taakstraf is voldaan, vermindert de duur van de vervangende hechtenis naar evenredigheid. Heeft deze vermindering tot gevolg dat voor een gedeelte van een dag vervangende hechtenis zou moeten worden ondergaan, dan vindt afronding naar boven plaats tot het naaste aantal gehele dagen.
3 Het openbaar ministerie geeft kennis aan de veroordeelde dat vervangende hechtenis wordt toegepast. Deze kennisgeving wordt zo spoedig mogelijk aan de veroordeelde betekend. De kennisgeving behelst het aantal uren taakstraf dat naar het oordeel van het openbaar ministerie is verricht, alsmede het aantal dagen vervangende hechtenis.

Artikel 6:3:4 Een beslissing als bedoeld in de artikelen 6:3:2 en 6:3:3, eerste lid, kan worden genomen tot drie maanden na afloop van de termijn waarbinnen de taakstraf op grond van artikelĀ 6:3:1 dan wel artikelĀ 6:6:23, tweede lid, moet zijn voltooid.

Artikel 6:3:5 Indien naar het oordeel van Onze Minister de opgelegde taak naar behoren is verricht, stelt Onze Minister de veroordeelde hiervan zo spoedig mogelijk in kennis.

Artikel 6:3:6 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over het bepaalde in deze titel. Deze nadere regels betreffen in elk geval de inhoud van de taakstraf, de tenuitvoerlegging van de taakstraf en de rechten en plichten van degene die een taakstraf moet verrichten.