Wetboek van Strafvordering (Sv)


Artikel 94 1 Vatbaar voor inbeslagneming zijn alle voorwerpen die kunnen dienen om de waarheid aan de dag te brengen of om wederrechtelijk verkregen voordeel, als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, aan te tonen.
2 Voorts zijn vatbaar voor inbeslagneming alle voorwerpen welker verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer kan worden bevolen.
3 Van de inbeslagneming van een voorwerp wordt, ook in geval de bevoegdheid tot inbeslagneming toekomt aan de rechter-commissaris of de officier van justitie, door de opsporingsambtenaar een kennisgeving van inbeslagneming opgemaakt. Zoveel mogelijk wordt aan degene bij wie een voorwerp is inbeslaggenomen, een bewijs van ontvangst afgegeven. De opsporingsambtenaar stelt de kennisgeving zo spoedig mogelijk in handen van de hulpofficier van justitie teneinde te doen beoordelen of het beslag moet worden gehandhaafd.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-04-2010 wijziging Stb 2009 525 (pdf) 31391 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-1996 wijziging Stb 1995 254 (pdf) 23692 MvT (pdf)
01-03-1993 vervallen Stb 1993 11 (pdf) 21504 MvT (pdf)
01-02-1959 wijziging Stb 1958 296 (pdf) 4034 MvT (pdf)
01-01-1926 nieuwe-regeling Stb 1921 14