Wetboek van Strafvordering (Sv)
Artikel 386 1 De oproeping voldoet aan de eisen die in artikel 261, eerste lid, aan de dagvaarding zijn gesteld, met dien verstande dat met een korte aanduiding van het feit kan worden volstaan. Artikel 260, vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing.
2 Bij de oproeping wordt vermeld dat de korte aanduiding van het feit bij de aanvang van het onderzoek op de zitting zal worden aangevuld of verbeterd. De schriftelijke aanvulling of verbetering kan tien dagen voor de aanvang van de terechtzitting op de griffie van de rechtbank worden ingezien.
3 De aanvulling of verbetering bedoeld in het tweede lid wordt toegezonden aan het door de verdachte opgegeven adres.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
01-01-2020 | wijziging | Stb 2017 82 (pdf) | 34086 | MvT (web) MvT (pdf) |
01-10-2013 | wijziging | Stb 2013 85 (pdf) | 33355 | MvT (web) MvT (pdf) |
01-01-2002 | wijziging | Stb 2001 584 (pdf) | 27878 | MvT (web) MvT (pdf) |
01-02-1998 | wijziging | Stb 1998 31 (pdf) | 24510 | MvT (web) MvT (pdf) |
02-11-1996 | wijziging | Stb 1995 441 (pdf) | 23705 | MvT (pdf) |
01-05-1983 | wijziging | Stb 1983 153 (pdf) | 15012 | MvT (pdf) |
01-01-1976 | wijziging | Stb 1975 342 (pdf) | 11072 | MvT (pdf) |
12-07-1965 | wijziging | Stb 1965 238 (pdf) | 7911 | MvT (pdf) |
01-05-1959 | wijziging | Stb 1958 7 (pdf) | 4415 | MvT (pdf) |
01-01-1926 | nieuwe-regeling | Stb 1921 14 |