Wetboek van Strafvordering (Sv)


Artikel 292 1 De voorzitter ondervraagt de getuige.
2 Hij geeft daarna de rechters en de officier van justitie de gelegenheid tot het stellen van vragen aan de getuige.
3 Hij stelt de verdachte in de gelegenheid om de getuige te ondervragen en naar aanleiding daarvan tegen de verklaring van die getuige in te brengen wat tot zijn verdediging kan dienen.
4 Indien echter de getuige tijdens het voorbereidende onderzoek nog niet is gehoord en op verzoek van de verdachte is opgeroepen of ter terechtzitting verschenen, wordt hij eerst door de verdachte en daarna door de voorzitter ondervraagd. Het tweede lid is van toepassing.
5 De voorzitter stelt de officier van justitie in de gelegenheid tot het maken van opmerkingen over de ondervraging bedoeld in het vierde lid.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-02-1998 wijziging Stb 1998 33 (pdf) 24692 MvT (web) MvT (pdf)
02-11-1996 wijziging Stb 1995 441 (pdf) 23705 MvT (pdf)
01-01-1926 wijziging Stb 1925 343
01-01-1926 nieuwe-regeling Stb 1921 14