Wetboek van Strafvordering (Sv)


Artikel 282 1 Bevindt de verdachte zich in voorlopige hechtenis, dan zijn de volgende leden van dit artikel van toepassing.
2 Indien de rechtbank het onderzoek op de terechtzitting voor een bepaalde tijd schorst, stelt zij de termijn van de schorsing in de regel op niet meer dan een maand. Om klemmende redenen kan zij echter een langere termijn stellen, doch in geen geval langer dan drie maanden.
3 Schorst de rechtbank het onderzoek op de terechtzitting voor onbepaalde tijd, dan stelt zij met overeenkomstige toepassing van het tweede lid, een uiterste termijn, waarbinnen het onderzoek moet worden hervat.
4 Wanneer de verdachte zich in voorlopige hechtenis bevindt krachtens een bevel tot gevangenneming of gevangenhouding waarvan de geldigheidsduur niet meer kan worden verlengd op grond van artikel 66, derde lid, kan de officier van justitie schorsing van het onderzoek op de terechtzitting vorderen, mits hij het voornemen daartoe aan de verdachte kenbaar heeft gemaakt bij de dagvaarding.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-01-2005 wijziging Stb 2004 578 (pdf) 29253 MvT (web) MvT (pdf)
01-02-1998 wijziging Stb 1998 33 (pdf) 24692 MvT (web) MvT (pdf)
01-05-1992 wijziging Stb 1991 663 (pdf) 21241 MvT (pdf)
01-09-1984 wijziging Stb 1984 332 (pdf) 16652 MvT (pdf)
01-01-1926 nieuwe-regeling Stb 1921 14