Wetboek van Strafvordering (Sv)


Artikel 273 1 De voorzitter begint het onderzoek tegen de verdachte door de identiteit van de verdachte vast te stellen op de wijze, bedoeld in artikel 27a, eerste lid, eerste volzin. De voorzitter is tevens bevoegd de identiteit van de verdachte vast te stellen op de wijze, bedoeld in artikel 27a, tweede lid, indien over zijn identiteit twijfel bestaat.
2 De voorzitter vermaant de verdachte oplettend te zijn op hetgeen hij zal horen en deelt hem mee dat hij niet tot antwoorden verplicht is.
3 Indien de verdachte de orde op de terechtzitting verstoort en vruchteloos door de voorzitter is gewaarschuwd, kan de voorzitter zijn verwijdering uit de zittingzaal bevelen en, zo nodig, bepalen dat hij gedurende het geheel of een gedeelte van de zitting in verzekering wordt gesteld. De behandeling van de zaak wordt op tegenspraak voortgezet. Artikel 124, vierde lid, is van toepassing.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-10-2010 wijziging Stb 2009 317 (pdf) 31436 MvT (web) MvT (pdf)
01-11-2005 wijziging Stb 2005 175 (pdf) 29805 MvT (web) MvT (pdf)
01-02-1998 nieuw Stb 1998 33 (pdf) 24692 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-1994 nieuw Stb 1993 591 (pdf) 22584 MvT (pdf)
01-01-1994 vervallen Stb 1993 591 (pdf) 22584 MvT (pdf)
01-01-1926 nieuwe-regeling Stb 1921 14