Wetboek van Strafvordering (Sv)


Artikel 243 1 Indien de officier van justitie afziet van verdere vervolging, doet hij de verdachte daarvan onverwijld schriftelijk mededeling.
2 Indien terzake van het feit aan de verdachte een bestuurlijke boete is opgelegd, dan wel een mededeling als bedoeld in artikel 5:50, tweede lid, onderdeel a, van de Algemene wet bestuursrecht is verzonden, heeft dit dezelfde rechtsgevolgen als een kennisgeving van niet verdere vervolging.
3 De kennisgeving van niet verdere vervolging wordt aan de verdachte betekend.
4 De officier van justitie doet in geval van vervolging wegens een misdrijf aan de rechtstreeks belanghebbende die hem bekend is, onverwijld schriftelijk mededeling van de kennisgeving van niet verdere vervolging.
5 Indien in de zaak een bevel krachtens de artikelen 12 of 13 is gevraagd of gegeven, doet de officier van justitie een mededeling dat van verdere vervolging wordt afgezien niet dan nadat daarin is bewilligd door het gerechtshof binnen wiens rechtsgebied de vervolging is ingesteld. De officier van justitie doet te dien einde de processtukken, vergezeld van een verslag houdende de gronden voor de mededeling dat van verdere vervolging wordt afgezien, toekomen aan het gerechtshof.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-01-2013 wijziging Stb 2011 600 (pdf) 32177 MvT (web) MvT (pdf)
01-07-2009 wijziging Stb 2009 264 (pdf) 29702 MvT (web) MvT (pdf)
01-02-2000 wijziging Stb 1999 243 (pdf) 23251 MvT (pdf)
01-01-1926 wijziging Stb 1925 343
01-01-1926 nieuwe-regeling Stb 1921 14