Wetboek van Strafvordering (Sv)


Artikel 195f 1 De rechter-commissaris kan in het belang van het onderzoek bevelen dat een DNA-onderzoek plaatsvindt dat gericht is op het vaststellen van uiterlijk waarneembare persoonskenmerken van de onbekende verdachte of het onbekende slachtoffer. Artikel 195a, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.
2 Het DNA-onderzoek kan slechts gericht zijn op het vaststellen van het geslacht, het ras of andere bij algemene maatregel van bestuur aangewezen uiterlijk waarneembare persoonskenmerken.
3 De voordracht voor een krachtens het tweede lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
4 Het DNA-onderzoek kan slechts worden bevolen in geval van verdenking van een misdrijf als omschreven in artikel 67, eerste lid.
5 Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de wijze van uitvoering van het DNA-onderzoek.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-04-2012 wijziging Stb 2011 555 (pdf) 32168 MvT (web) MvT (pdf)
01-09-2003 nieuw Stb 2003 201 (pdf) 28072 MvT (web) MvT (pdf)