Wetboek van Strafvordering (Sv)


Artikel 126nb 1 Teneinde toepassing te kunnen geven aan artikel 126m of artikel 126n kan de officier van justitie met inachtneming van artikel 3.22 eerste en vierde lid, van de Telecommunicatiewet bevelen dat met behulp van in dat artikel bedoelde apparatuur het nummer waarmee de gebruiker van een communicatiedienst kan worden geïdentificeerd, wordt verkregen.
2 Het bevel wordt gegeven aan een ambtenaar als bedoeld in artikel 3.22, vierde lid, van de Telecommunicatiewet en is schriftelijk. Bij dringende noodzaak kan het bevel mondeling worden gegeven. In dat geval stelt de officier van justitie het bevel binnen drie dagen op schrift.
3 Het bevel wordt gegeven voor een periode van ten hoogste een week en vermeldt:
a. de feiten of omstandigheden waaruit blijkt dat voldaan is aan de voorwaarden voor toepassing van artikel 126m of artikel 126n en
b. de naam of een zo nauwkeurig mogelijke aanduiding van de gebruiker van een communicatiedienst van wie het nummer moet worden verkregen.
4 De officier van justitie doet te zijnen overstaan de processen-verbaal of andere voorwerpen, waaraan een gegeven kan worden ontleend dat is verkregen door toepassing van het eerste lid vernietigen indien dat gegeven niet gebruikt wordt voor de toepassing van artikel 126m of artikel 126n.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
19-09-2018 wijziging Stb 2018 228 (pdf) 34887 MvT (web) MvT (pdf)
15-03-2013 wijziging Stb 2013 48 (pdf) 31412 MvT (web) MvT (pdf)
01-09-2006 wijziging Stb 2006 300 (pdf) 26671 MvT (web) MvT (pdf)
01-09-2004 vernummerd-wijziging Stb 2004 105 (pdf) 28059 MvT (web) MvT (pdf)