Artikel 400 1 Met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie wordt gestraft:
1°. de opvarende van een Nederlands vaartuig die opzettelijk niet gehoorzaamt aan enig bevel van de schipper in het belang van de veiligheid aan boord gegeven;
2°. de opvarende van een Nederlands vaartuig die, wetende dat de schipper van zijn vrijheid van handelen beroofd is, hem niet naar vermogen te hulp komt;
3°. de opvarende van een Nederlands vaartuig die, kennis dragende van een voornemen tot het plegen van insubordinatie, opzettelijk nalaat daarvan tijdig aan de schipper kennis te geven;
4°. de opvarende, niet zijnde schepeling, van een Nederlands vaartuig die opzettelijk niet gehoorzaamt aan enig bevel van de schipper tot handhaving van de orde en tucht aan boord gegeven.
2 De onder 3° vermelde bepaling is niet van toepassing indien de insubordinatie niet is gevolgd.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
01-05-1984 | wijziging | Stb 1984 91 (pdf) | 17524 | MvT (pdf) |
13-08-1973 | wijziging | Stb 1973 330 (pdf) | 11130 | MvT (pdf) |
31-05-1954 | wijziging | Stb 1954 169 (pdf) | 2117 | MvT (pdf) |
01-02-1927 | wijziging | Stb 1924 573 | ||
01-09-1886 | nieuwe-regeling | Stb 1881 35 |