Wetboek van Strafrecht (Sr)


Artikel 348 1 Hij die opzettelijk zijn eigen goed of, ten behoeve van degene aan wie het toebehoort, een hem niet toebehorend goed onttrekt aan een pandrecht, een retentierecht of een recht van vruchtgebruik of gebruik van een ander, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste een jaar en zes maanden.
2 Met dezelfde straf wordt gestraft hij die opzettelijk een goed dat is onderworpen aan een pandrecht, een retentierecht of een recht van vruchtgebruik of gebruik van een ander, vernielt, beschadigt of onbruikbaar maakt.
3 De bepaling van artikel 316 is op deze misdrijven van toepassing.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-01-1992 nieuw Stb 1989 616 (pdf) 17896 MvT (pdf)
Stb 1991 606 (pdf)
01-01-1992 vervallen Stb 1989 616 (pdf) 17896 MvT (pdf)
Stb 1991 606 (pdf)
01-05-1984 wijziging Stb 1984 91 (pdf) 17524 MvT (pdf)
01-09-1886 nieuwe-regeling Stb 1881 35