Wetboek van Strafrecht (Sr)


Artikel 326 1 Hij die, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, hetzij door het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, hetzij door listige kunstgrepen, hetzij door een samenweefsel van verdichtsels, iemand beweegt tot de afgifte van enig goed, tot het verlenen van een dienst, tot het ter beschikking stellen van gegevens, tot het aangaan van een schuld of tot het teniet doen van een inschuld, wordt, als schuldig aan oplichting, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.
2 Indien het feit wordt gepleegd met het oogmerk om een terroristisch misdrijf voor te bereiden of gemakkelijk te maken, wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-04-2010 wijziging Stb 2009 245 (pdf) 31386 MvT (web) MvT (pdf)
01-07-2009 wijziging Stb 2009 245 (pdf) 31386 MvT (web) MvT (pdf)
01-02-2006 wijziging Stb 2006 11 (pdf) 28484 MvT (web) MvT (pdf)
27-01-1995 wijziging Stb 1995 32 (pdf) 23681 MvT (pdf)
01-03-1993 wijziging Stb 1993 33 (pdf) 21551 MvT (pdf)
01-05-1984 wijziging Stb 1984 91 (pdf) 17524 MvT (pdf)
01-09-1886 nieuwe-regeling Stb 1881 35