Wetboek van Strafrecht (Sr)


Artikel 251 1 Bij veroordeling wegens een der in de artikelen 240b tot en met 247 onderscheidenlijk 248a tot en met 250 omschreven misdrijven, kan ontzetting van de in artikel 28, eerste lid, onder 1°, 2° en 4°, vermelde rechten worden uitgesproken.
2 Indien de schuldige aan een der misdrijven in de artikelen 240b tot en met 247 en 248a tot en met 250 omschreven, het misdrijf in zijn beroep begaat, kan hij van de uitoefening van dat beroep worden ontzet.
3 De bijkomende straffen, bedoeld in het eerste en tweede lid, kunnen niet worden uitgesproken bij veroordeling wegens het in artikel 249, tweede lid, onder 1°, omschreven misdrijf waarbij toepassing is gegeven aan het derde lid van dat artikel.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
Aanhangig 36222 MvT (web) MvT (pdf)
26-01-2022 wijziging Stb 2022 28 (pdf) 35692 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-2005 wijziging Stb 2004 645 (pdf) 29291 MvT (web) MvT (pdf)
01-10-2000 wijziging Stb 1999 464 (pdf) 25437 MvT (web) MvT (pdf)
21-05-1986 wijziging Stb 1985 385 (pdf) 15836 MvT (pdf)
07-04-1986 wijziging Stb 1986 139 (pdf) 18973 MvT (pdf)
01-10-1971 wijziging Stb 1971 291 (pdf) 11164 MvT (pdf)
12-05-1971 wijziging Stb 1971 212 (pdf) 10347 MvT (pdf)
15-06-1911 wijziging Stb 1911 130
01-12-1905 wijziging Stb 1902 61
01-09-1886 nieuwe-regeling Stb 1881 35