Wetboek van Strafrecht (Sr)


Artikel 231b Hij die opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander gebruikt met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen of de identiteit van de ander te verhelen of misbruiken, waardoor uit dat gebruik enig nadeel kan ontstaan, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-05-2014 nieuw Stb 2014 125 (pdf) 33352 MvT (web) MvT (pdf)