Wetboek van Strafrecht (Sr)


Artikel 207 1 Hij die in de gevallen waarin een wettelijk voorschrift een verklaring onder ede vordert of daaraan rechtsgevolgen verbindt, mondeling of schriftelijk, persoonlijk of door een bijzonder daartoe gemachtigde, opzettelijk een valse verklaring onder ede aflegt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie.
2 Indien de valse verklaring is afgelegd in een strafzaak ten nadele van de beklaagde of verdachte, wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie.
3 Met de eed staat gelijk de belofte of bevestiging die krachtens de wet voor de eed in de plaats treedt.
4 Ontzetting van de in artikel 28, eerste lid, onder 1°, 2° en 4°, vermelde rechten kan worden uitgesproken.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
07-04-1986 wijziging Stb 1986 139 (pdf) 18973 MvT (pdf)
01-05-1984 wijziging Stb 1984 91 (pdf) 17524 MvT (pdf)
24-08-1966 wijziging Stb 1966 322 (pdf) 8400
01-09-1886 nieuwe-regeling Stb 1881 35