Artikel 206 1 Met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie wordt gestraft:
1°. hij die zich opzettelijk voor de dienst bij de krijgsmacht dan wel voor enige werkzaamheid uit hoofde van burgerdienstplicht ongeschikt maakt of laat maken;
2°. hij die een ander op diens verzoek opzettelijk voor die dienst dan wel voor zodanige werkzaamheid ongeschikt maakt.
2 Indien in het laatste geval het feit de dood ten gevolge heeft, wordt gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie opgelegd.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
31-12-1991 | wijziging | Stb 1991 631 (pdf) | ||
01-05-1984 | wijziging | Stb 1984 91 (pdf) | 17524 | MvT (pdf) |
30-07-1971 | wijziging | Stb 1971 448 (pdf) | 9705 | MvT (pdf) |
16-10-1958 | wijziging | Stb 1958 439 (pdf) | 5104 | MvT (pdf) |
26-06-1918 | wijziging | Stb 1918 397 | ||
01-09-1886 | nieuwe-regeling | Stb 1881 35 |