Wetboek van Strafrecht (Sr)


Artikel 138 1 Hij die in de woning of het besloten lokaal of erf, bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringt of, wederrechtelijk aldaar vertoevende, zich niet op de vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds verwijdert, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.
2 Hij die zich de toegang heeft verschaft door middel van braak of inklimming, van valse sleutels, van een valse order of een vals kostuum, of die, zonder voorkennis van de rechthebbende en anders dan ten gevolge van vergissing binnengekomen, aldaar wordt aangetroffen in de voor de nachtrust bestemde tijd, wordt geacht te zijn binnengedrongen.
3 Indien hij bedreigingen uit of zich bedient van middelen geschikt om vrees aan te jagen, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
4 De in het eerste en derde lid bepaalde gevangenisstraffen kunnen met een derde worden verhoogd, indien twee of meer verenigde personen het misdrijf plegen.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-10-2010 wijziging Stb 2010 320 (pdf) 31560 MvT (web) MvT (pdf)
15-05-1995 wijziging Stb 1995 227 (pdf) 23855 MvT (pdf)
01-09-1994 wijziging Stb 1994 628 (pdf) 23444 MvT (pdf)
01-05-1984 wijziging Stb 1984 91 (pdf) 17524 MvT (pdf)
31-05-1954 wijziging Stb 1954 169 (pdf) 2117 MvT (pdf)
01-09-1886 nieuwe-regeling Stb 1881 35