Artikel 104 Met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie wordt gestraft hij die, in tijd van oorlog, zonder oogmerk om de vijand hulp te verlenen of de staat tegenover de vijand te benadelen, opzettelijk:
1°. een verspieder van de vijand opneemt, verbergt of voorthelpt;
2°. desertie van een krijgsman, in dienst van het Rijk, teweegbrengt of bevordert.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
01-05-1984 | wijziging | Stb 1984 91 (pdf) | 17524 | MvT (pdf) |
01-09-1886 | nieuwe-regeling | Stb 1881 35 |