Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (geldt in geval van niet-digitaal procederen) (Rv)


Eerste Boek

De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad

Tweede titel

De dagvaardingsprocedure in eerste aanleg

Tiende afdeling

Incidentele vorderingen

§ 1

Algemene bepalingen

Artikel 208 1 Incidentele vorderingen worden ingesteld bij dagvaarding of bij met redenen omklede conclusie. De artikelen 85, 86, 87, achtste lid, 128 en 133 zijn van toepassing.
2 De rechter kan in bijzondere gevallen het nemen van conclusies van repliek en dupliek toestaan.
3 Incidentele vorderingen worden zoveel mogelijk tegelijk ingesteld.

Artikel 209 Op de incidentele vorderingen wordt, indien de zaak dat medebrengt, eerst en vooraf beslist. Voor zover de hoofdzaak niet gelijktijdig is afgedaan, bepaalt de rechter bij de beslissing op het incident tevens de dag waarop de zaak weer op de rol zal komen.