Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (geldt in geval van niet-digitaal procederen) (Rv)


Artikel 441 1 Het beslag kan slechts worden gedaan voor een vordering waarvan het geldelijk beloop bepaalbaar is.
2 Indien de vordering niet is vereffend, worden na het beslag alle verdere vervolgingen gestaakt, totdat de vereffening is geschied.
3 Het is niet toegestaan zaken in beslag te nemen indien redelijkerwijs voorzienbaar is dat de opbrengst die gerealiseerd kan worden door het verhaal op die zaken minder bedraagt dan de kosten van de beslaglegging en de daaruit voortvloeiende executie, tenzij de schuldeiser aannemelijk kan maken dat de schuldenaar door het beslag en de executie niet op onevenredig zware wijze in zijn belangen wordt getroffen.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-10-2020 wijziging Stb 2020 177 (pdf) 35225 MvT (web) MvT (pdf)
01-03-2017 nieuwe-regeling Stb 2016 289 (pdf) 34138 MvT (web) MvT (pdf)