Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (geldt in geval van niet-digitaal procederen) (Rv)


Artikel 268 1 In zaken betreffende nalatenschappen is bevoegd de rechter van de laatste woonplaats van de overledene. In afwijking van de eerste zin is in zaken die volgens afdeling 7 van titel 5 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek met een verzoekschrift moeten worden ingeleid, bevoegd de rechter van de woonplaats van de rechthebbende.
2 Van de in artikel 12, vierde lid, tweede volzin, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, bedoelde beschikking wordt door de griffier afschrift gezonden aan de als uitsluitend bevoegde aangewezen kantonrechter, aan de onder curatele gestelde, de rechthebbende en degene ten behoeve van wie een mentorschap is ingesteld en voorts aan de curator, de mentor en aan ieder der bewindvoerders. Van de beslissing is geen hogere voorziening toegelaten. De kantonrechter die als uitsluitend bevoegde is aangewezen, is aan die aanwijzing gebonden.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-09-2017 wijziging Stb 2016 288 (pdf) 34059 MvT (web) MvT (pdf)
01-03-2017 nieuwe-regeling Stb 2016 289 (pdf) 34138 MvT (web) MvT (pdf)