Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (geldt in geval van niet-digitaal procederen) (Rv)
Artikel 1019j Door de pachtkamer van de rechtbank bedoeld in artikel 48 van de Wet op de rechterlijke organisatie, worden behandeld en beslist alle zaken betreffende
a. een pachtovereenkomst als bedoeld in de vijfde titel van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;
b. een overeenkomst tot wijziging of beƫindiging van een pachtovereenkomst;
c. een overeenkomst tot het aangaan van een pachtovereenkomst;
d. een overeenkomst waarbij persoonlijke zekerheid wordt gesteld voor de nakoming van een pachtovereenkomst;
e. een overeenkomst als bedoeld in de artikelen 399c of 399e van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;
f. een overeenkomst tussen de afgaande en opkomende pachter, verband houdende met de overgang van het bedrijf;
g. vorderingen tot ontruiming van het gepachte door de pachter of de gewezen pachter en tot opeising van het verpachte van de pachter of gewezen pachter;
h. vorderingen tot schadevergoeding of betaling van het bedrag, bedoeld in de artikelen 373, eerste en derde lid, en 377, derde en vierde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;
i. vorderingen tot terugbetaling van te veel betaalde pacht;
j. vorderingen tot vergoeding van schade wegens onrechtmatig gebruik van het gepachte, nadat de pachtovereenkomst is geƫindigd.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
01-03-2017 | nieuwe-regeling | Stb 2016 289 (pdf) | 34138 | MvT (web) MvT (pdf) |