Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)


Hoofdstuk 6

Inkomensverzekering voor volledig en duurzaam arbeidsongeschikten

§ 6.1

Bepalingen in verband met het recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering

Artikel 47

Ontstaan van het recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering

1 Recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontstaat voor de verzekerde die ziek wordt indien:
a. hij de wachttijd heeft doorlopen;
b. hij volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is; en
c. er op hem geen uitsluitingsgrond van toepassing is.
2 Het recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontstaat niet eerder dan op de eerste dag na afloop van de wachttijd of indien op die dag de uitsluitingsgrond, bedoeld in artikel 43, onderdeel b, van toepassing is, op de dag dat zich die uitsluitingsgrond niet meer voordoet.

Artikel 48

Later ontstaan van het recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering

1 Indien op de dag, bedoeld in artikel 47, tweede lid, geen recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering is ontstaan, ontstaat het recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering op de dag dat de verzekerde duurzaam en volledig arbeidsongeschikt is, indien hij op de dag daaraan voorafgaand:
a. recht had op een WGA-uitkering;
b. minder dan 35% arbeidsongeschikt was en de volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid intreedt binnen vijf jaar na:
1°. de in artikel 47, tweede lid, bedoelde dag en voortkomt uit dezelfde oorzaak als op grond waarvan hij gedurende de wachttijd ongeschikt was tot het verrichten van zijn arbeid; of
2°. de dag dat het recht op grond van artikel 56 is geëindigd en voortkomt uit dezelfde oorzaak als op grond waarvan hij eerder recht had op een WGA-uitkering; of
c. minder dan 35% arbeidsongeschikt was en de volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid intreedt binnen vier weken na:
1°. de in artikel 47, tweede lid, bedoelde dag en voortkomt uit een andere oorzaak dan op grond waarvan hij gedurende de wachttijd ongeschikt was tot het verrichten van zijn arbeid; of
2°. de dag dat het recht op grond van artikel 56 is geëindigd en voortkomt uit een andere oorzaak dan op grond waarvan hij eerder recht had op een WGA-uitkering.
2 Het recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontstaat niet indien een uitsluitingsgrond als bedoeld in artikel 43, onderdeel a, onder 2°, d, e, f of i zich voordoet.
3 Het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering ontstaat alsnog op de dag dat geen van de uitsluitingsgronden als bedoeld in artikel 43, onderdeel a, onder 2°, d, e, f of i zich meer voordoet, mits de verzekerde op die dag volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is.

Artikel 49

Eindigen van het recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering

1 Het recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering eindigt op de dag dat:
a. de persoon die recht heeft op die uitkering niet meer volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is; of
b. er op hem een uitsluitingsgrond als bedoeld in artikel 43, onderdeel d, e, f, g, h of i van toepassing is.
2 In afwijking van het eerste lid, onderdeel a, eindigt het recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering van de persoon die aansluitend aan het recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering als gevolg van het feit dat hij niet gedeeltelijk arbeidsgeschikt is geen recht krijgt op een WGA-uitkering, na twee maanden.

Artikel 50

Herleven van het recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering

1 Indien op grond van artikel 49 het recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering is geëindigd, herleeft het recht op die uitkering op de dag dat de verzekerde weer volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is, indien hij op de dag daaraan voorafgaand:
a. recht had op een WGA-uitkering;
b. minder dan 35% arbeidsongeschikt was en de volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid intreedt binnen vijf jaar na:
1°. de in artikel 49 bedoelde dag en voortkomt uit dezelfde oorzaak als op grond waarvan hij eerder recht had op een arbeidsongeschiktheidsuitkering; of
2°. de dag dat het recht op grond van artikel 56 is geëindigd en voortkomt uit dezelfde oorzaak als op grond waarvan hij eerder recht had op een WGA-uitkering; of
c. minder dan 35% arbeidsongeschikt was en de volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid intreedt binnen vier weken na:
1°. de in artikel 49 bedoelde dag en voortkomt uit een andere oorzaak dan op grond waarvan hij eerder recht had op een arbeidsongeschiktheidsuitkering; of
2°. de dag dat het recht op grond van artikel 56 is geëindigd en voortkomt uit een andere oorzaak dan op grond waarvan hij eerder recht had op een WGA-uitkering.
2 Het recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering herleeft niet indien een uitsluitingsgrond als bedoeld in artikel 43, onderdeel a, onder 2°, d, e, f of i zich voordoet.
3 Het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering herleeft alsnog op de dag dat geen van de uitsluitingsgronden als bedoeld in artikel 43, onderdeel a, onder 2°, d, e, f of i zich meer voordoet, mits de verzekerde op die dag volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is.

§ 6.2

De duur en hoogte van de arbeidsongeschiktheidsuitkering

Artikel 51

De hoogte van de arbeidsongeschiktheidsuitkering

De arbeidsongeschiktheidsuitkering bedraagt per kalendermaand 75% van het maandloon.

Artikel 52

Inkomen tijdens het recht op de arbeidsongeschiktheidsuitkering

1 Op de arbeidsongeschiktheidsuitkering wordt per kalendermaand in mindering gebracht:
0,7 x A x B/C waarbij:
A staat voor inkomen per kalendermaand;
B staat voor het dagloon waarnaar de arbeidsongeschiktheidsuitkering is berekend;
C staat voor het dagloon waarnaar de arbeidsongeschiktheidsuitkering zou zijn berekend indien dat niet gemaximeerd zou zijn op het in artikel 17, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen bedoelde bedrag met betrekking tot een loontijdvak van een dag.
2 Indien de volledig en duurzaam arbeidsongeschikte gedurende een aaneengesloten termijn van twaalf kalendermaanden per kalendermaand een inkomen verwerft dat meer bedraagt dan 20% van het maatmaninkomen per maand, roept het UWV de verzekerde op voor een onderzoek naar het voortbestaan van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid.
3 Het tweede lid is niet van toepassing op bij ministeriële regeling te bepalen groepen volledig en duurzaam arbeidsongeschikten.
4 Bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald wat onder inkomen als bedoeld in dit artikel wordt verstaan. Daarbij kan tevens worden bepaald dat nader te bepalen inkomen dat gedeeltelijk, niet, of niet langer wordt genoten als gevolg van gewijzigde omstandigheden of enig handelen of nalaten van betrokkene in aanmerking wordt genomen alsof het wel volledig wordt genoten.

Artikel 53

Verhoging uitkering bij hulpbehoevendheid

Indien de verzekerde verkeert in een blijvende of voorlopig blijvende toestand van hulpbehoevendheid die geregeld oppassing en verzorging nodig maakt, wordt de arbeidsongeschiktheidsuitkering voor de duur van die hulpbehoevendheid verhoogd door vermenigvuldiging met ten hoogste een factor 100/75. De eerste zin vindt geen toepassing, indien de verzekerde in een inrichting is opgenomen en de kosten van verblijf ten laste van een zorgverzekering of een verzekering inzake ziektekosten komen.