Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)


Artikel 74

Overlijdensuitkering

1 Na het overlijden van de persoon, die recht had op een uitkering op grond van deze wet, wordt met ingang van de dag na het overlijden een overlijdensuitkering uitbetaald:
a. aan de langstlevende van de echtgenoten;
b. bij ontstentenis van de in onderdeel a bedoelde persoon, aan de minderjarige kinderen tot wie de overledene in familierechtelijke betrekking stond;
c. bij ontstentenis van de in de onderdelen a en b bedoelde personen, aan de persoon met wie de overledene in gezinsverband leefde.
2 De overlijdensuitkering is gelijk aan het bedrag van de uitkering op grond van deze wet over één kalendermaand, berekend naar de hoogte van die uitkering op de dag of laatstelijk voor de dag van overlijden van de persoon.
3 In verband met het overlijden van de persoon die recht had op een uitkering op grond van deze wet, is artikel 43, onderdeel g, niet van toepassing.
4 De overlijdensuitkering wordt ambtshalve of op verzoek aan de rechthebbende of rechthebbenden genoemd in het eerste lid door het UWV uitbetaald.
5 De overlijdensuitkering wordt in een bedrag ineens uitbetaald.
6 Het bedrag van de overlijdensuitkering wordt verminderd met het bedrag aan uitkering op grond van deze wet dat, over na het overlijden gelegen dagen reeds is uitbetaald.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-04-2012 wijziging Stb 2012 2 (pdf) 32846 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-2011 wijziging Stb 2010 867 (pdf) 32421 MvT (web) MvT (pdf)
29-12-2005 nieuwe-regeling Stb 2005 572 (pdf) 30034 MvT (web) MvT (pdf)