Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)
Artikel 29
Plichten gericht op vergroten van mogelijkheden tot het verrichten van arbeid
1 De verzekerde die recht heeft op een WGA-uitkering is verplicht in voldoende mate te trachten mogelijkheden tot het verrichten van passende arbeid te behouden of te verkrijgen.2 Ter naleving van de plicht, bedoeld in het eerste lid, is de verzekerde die recht heeft op een WGA-uitkering in elk geval verplicht:
a. zich geneeskundig te laten behandelen of aanwijzingen van een arts op te volgen indien het UWV of de eigenrisicodrager of het reïntegratiebedrijf in opdracht van het UWV of de eigenrisicodrager, daartoe opdracht geeft en zijn genezing niet te belemmeren;
b. mee te werken aan activiteiten of werkzaamheden, gericht op zijn inschakeling in de arbeid, die het UWV of de eigenrisicodrager wenselijk acht voor verkrijging van mogelijkheden tot verrichten van passende arbeid;
c. mee te werken aan aanpassing van de arbeidsplaats en aan persoonsgebonden voorzieningen die het UWV of de eigenrisicodrager verstrekt voor verkrijging van mogelijkheden tot verrichten van passende arbeid en zo nodig trachten die aanpassing en die voorzieningen te verkrijgen;
d. mee te werken aan het opstellen van de reïntegratievisie en het reïntegratieplan;
e. te voldoen aan verplichtingen die zijn opgenomen in de reïntegratievisie en het reïntegratieplan.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
01-01-2015 | wijziging | Stb 2014 270 (pdf) | 33161 | MvT (web) MvT (pdf) |
01-01-2008 | wijziging | Stb 2007 564 (pdf) | 30673 | MvT (web) MvT (pdf) |
29-12-2005 | nieuwe-regeling | Stb 2005 572 (pdf) | 30034 | MvT (web) MvT (pdf) |