Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)


Artikel 26

Vangnetsituaties

1 Ten aanzien van de verzekerde die op grond van artikel 29, tweede lid, onderdelen a, b, c of d, van de Ziektewet recht heeft op ziekengeld, is op het UWV artikel 25, tweede, vierde, vijfde, en achtste tot en met zestiende lid, niet van toepassing en is artikel 25, eerste, derde en zesde lid, van overeenkomstige toepassing. Het UWV stelt, binnen een bij ministeriële regeling nader te bepalen termijn, in overleg met die verzekerde, een plan van aanpak op. Het plan van aanpak wordt periodiek geëvalueerd. Artikel 30a, zesde en zevende lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen is van overeenkomstige toepassing, waarbij voor «de re-integratievisie» telkens wordt gelezen: het plan van aanpak.
2 In afwijking van het eerste lid is artikel 25, eerste, tweede, derde, vijfde, zesde, zevende en achtste lid, van overeenkomstige toepassing op de eigenrisicodrager, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel h, van de Ziektewet ten aanzien van de personen, bedoeld in artikel 29, tweede lid, onderdelen a, b en c, van die wet, die laatstelijk tot hem in dienstbetrekking stonden. Indien bij de behandeling van de aanvraag, bedoeld in artikel 64 en de beoordeling, bedoeld in artikel 65 blijkt dat de eigenrisicodrager, bedoeld in de eerste zin, zonder deugdelijke grond de uit die zin voortvloeiende verplichtingen niet of niet volledig nakomt of onvoldoende reïntegratie-inspanningen heeft verricht, verlengt het UWV het tijdvak gedurende welke de persoon, bedoeld in de eerste zin recht op ziekengeld heeft op grond van artikel 29 van de Ziektewet, opdat de eigenrisicodrager zijn tekortkoming ten aanzien van de bedoelde verplichtingen of reïntegratie-inspanningen kan herstellen. De verlenging, bedoeld in de tweede zin, is ten hoogste 52 weken. Artikel 25, tiende tot en met zestiende lid, is van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat indien de aanvraag later wordt gedaan dan in of op grond van artikel 64 voorgeschreven, de beschikking tot verlenging van het tijdvak, bedoeld in de tweede zin, uiterlijk zes weken voor de afloop van het op grond van artikel 29, tiende lid, onderdeel a, van de Ziektewet verlengde tijdvak wordt genomen.
3 Indien de verzekerde, bedoeld in het eerste lid, bij de arbeidsinschakeling wordt ondersteund door het college van burgemeester en wethouders op grond van artikel 7, derde lid, onderdeel c, van de Participatiewet, is het eerste lid van overeenkomstige toepassing op het college van burgemeester en wethouders en treedt het college van burgemeester en wethouders voor de toepassing van het eerste lid in de plaats van het UWV, met dien verstande dat de tweede zin van artikel 65 niet van toepassing is.
4 Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld voor de uitvoering van dit artikel.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-01-2019 wijziging Stb 2016 471 (pdf) 34528 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-2017 wijziging Stb 2016 471 (pdf) 34528 MvT (web) MvT (pdf)
11-12-2015 wijziging Stb 2015 464 (pdf) 34273 MvT (web) MvT (pdf)
01-07-2015 wijziging Stb 2014 216 (pdf) 33818 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-2015 wijziging Stb 2014 270 (pdf) 33161 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-2012 wijziging Stb 2011 618 (pdf) 33015 MvT (web) MvT (pdf)
01-07-2011 wijziging Stb 2011 299 (pdf) 32464 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-2011 wijziging Stb 2010 838 (pdf) 32520 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-2008 wijziging Stb 2007 553 (pdf) 30909 MvT (web) MvT (pdf)
29-12-2005 wijziging Stb 2005 710 (pdf) 30318 MvT (web) MvT (pdf)