Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties


Artikel 2:37

(vervoer door de lucht)

1 De toestemming van Onze Minister, bedoeld in artikel 2:35, eerste lid, is niet vereist voor vervoer door de lucht waarbij geen landing op Nederlands grondgebied wordt gemaakt.
2 In geval van een onvoorziene landing op Nederlands grondgebied kan de veroordeelde, op verzoek van de hem begeleidende buitenlandse ambtenaren, voorlopig worden aangehouden krachtens een bevel van een ter plaatse bevoegde officier van justitie of hulpofficier van justitie. Artikel 2:19, vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing.
3 Het vervoer van de voorlopig aangehouden veroordeelde kan worden voortgezet, zodra Onze Minister daartoe alsnog toestemming verleent. Is de toestemming na afloop van de termijn van inverzekeringstelling nog niet verleend, of binnen die termijn geweigerd, dan wordt de veroordeelde terstond in vrijheid gesteld, behoudens de mogelijkheid van verdere vrijheidsbeneming uit anderen hoofde.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-01-2013 wijziging Stb 2012 313 (pdf) 32891 MvT (web) MvT (pdf)
01-11-2012 nieuwe-regeling Stb 2012 333 (pdf) 32885 MvT (web) MvT (pdf)