Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties
Artikel 2:36
(uitvoering van het vervoer)
1 Bij vervoer over Nederlands grondgebied wordt de bewaking van de veroordeelde opgedragen aan Nederlandse ambtenaren, die bevoegd zijn alle dienstige maatregelen te nemen ter beveiliging van de veroordeelde en ter voorkoming van zijn ontvluchting.2 Indien het ten gevolge van bijzondere omstandigheden niet mogelijk is het vervoer door Nederland zonder onderbreking voort te zetten, kan de veroordeelde, in afwachting van een passende gelegenheid tot vertrek naar elders, zo nodig worden opgenomen in een huis van bewaring, op vertoon van een document waaruit de door Onze Minister verleende toestemming tot het vervoer blijkt.
3 De kosten verbonden aan het vervoer en de detentie worden in rekening gebracht bij de uitvaardigende lidstaat.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
01-11-2012 | nieuwe-regeling | Stb 2012 333 (pdf) | 32885 | MvT (web) MvT (pdf) |