Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties
Artikel 2:31
(overbrenging)
1 Indien de veroordeelde zich in Nederland bevindt, komt Onze Minister met de bevoegde autoriteit van de uitvoerende lidstaat het tijdstip overeen waarop de veroordeelde naar die staat wordt overgebracht. Dit tijdstip ligt niet later dan dertig dagen na de beslissing van de bevoegde autoriteit van de uitvoerende lidstaat tot erkenning van de rechterlijke uitspraak.2 Indien onvoorziene omstandigheden de overbrenging binnen de termijn, bedoeld in het eerste lid, verhinderen, vindt de overbrenging plaats binnen tien dagen nadat deze omstandigheden zijn geƫindigd.
3 Bij de overbrenging is de bewaking van de veroordeelde opgedragen aan Nederlandse ambtenaren, die bevoegd zijn alle dienstige maatregelen te nemen ter beveiliging van de veroordeelde en ter voorkoming van zijn ontvluchting.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
01-11-2012 | nieuwe-regeling | Stb 2012 333 (pdf) | 32885 | MvT (web) MvT (pdf) |