Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging geldelijke sancties en beslissingen tot confiscatie (WETSS 2008)


Artikel 25

(facultatieve weigeringsgronden)

1 De officier van justitie kan de erkenning en tenuitvoerlegging van een beslissing tot confiscatie weigeren indien het feit waarvoor de beslissing tot confiscatie is opgelegd:
1°. geacht wordt geheel of gedeeltelijk op Nederlands grondgebied of buiten Nederland aan boord van een Nederlands vaartuig of luchtvaartuig te zijn gepleegd; of
2°. buiten het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat is gepleegd, terwijl naar Nederlands recht geen vervolging zou kunnen worden ingesteld indien het feit buiten Nederland zou zijn gepleegd.
Indien de strafprocedure die leidde tot de beslissing tot confiscatie zowel betrekking had op een gronddelict als op het witwassen van geld, wordt onder «het feit» voor de toepassing van dit lid het gronddelict verstaan.
2 Tevens kan de officier van justitie de erkenning en tenuitvoerlegging van een beslissing tot confiscatie weigeren indien hij van oordeel is dat die beslissing is gegeven met toepassing van verruimde confiscatiebevoegdheden zoals bedoeld in artikel 1, onderdeel g, onder 4°.
3 De erkenning en tenuitvoerlegging van de beslissing tot confiscatie worden niet geweigerd op grond van dit artikel, dan nadat de bevoegde autoriteit van de uitvaardigende lidstaat in de gelegenheid is gesteld hieromtrent inlichtingen te verschaffen.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-06-2009 wijziging Stb 2009 124 (pdf) 31555 MvT (web) MvT (pdf)
01-12-2007 nieuwe-regeling Stb 2007 354 (pdf) 30699 MvT (web) MvT (pdf)